6
Specificaties
Systeemconfiguratie: radar met hoge nauwkeurigheid (technologie uit Duitsland)
Nauwkeurigheid detectie: 0,1 meter
Maximale detectieafstand: 20 m
Snelheidsdetectie: 1 km/u – 120 km/u
Detectieafstand: 0 - 6 meter
Manier van waarschuwing: Lichtflits en alarm
Stroomverbruik: DC 12 V 0.1A
Werkspanning: DC 12 V
Werktemperatuur: -25°C – 75°C
Opslagtemperatuur: -25°C – 80°C
Frequentie van radar: 24 GHZ
Buzzer: 80 – 100 dB
IP-tarief: IP44
Tien functies van producten
1. Detecteert zonder start van de motor, werkt onmiddellijk wanneer ingeschakeld.
2. Waarschuwingsfunctie voor rijstrookverandering: detectie van het doel dat zich dicht bij de
achterzijde bevindt, vroegtijdige waarschuwingssignalen voor rijstrookverandering.
3. Detectiefunctie voor de dode hoek: controleert de rijstroken in en rond de dode hoek.
4. Vroegtijdig waarschuwingssignaal bij inhaalactie: bij een inhaalactie van een auto aan beide zijden,
gaan de waarschuwingslichten aan.
5. Waarschuwing achteraan: waarschuwing voor korte afstand achteraan, verminderen van de
noodrem en vermijden van een kop-staartbotsing.
6. Prioriteitscontrole van voertuigen met hoge snelheid: hoe sneller de auto van achteren nadert, hoe
groter de controleafstand is.
7. Controle gefocused op grote voertuigen: er wordt vooral toezicht gehouden op vrachtwagens,
containervrachtwagens en bussen.
8. Vergroting van de afstand in de tunnel: supercontrole van de afstand op plaatsen met een hoog
risico, zoals tunnels.
9. Dubbele waarschuwing met geluid en licht in gevaarlijke situaties: maak je klaar om te draaien, trek
aan de stuurlichthendel, als er een auto in de buurt van de achterkant is, zal het systeem een snel
waarschuwingsalarm geven, en het waarschuwingslampje zal knipperen;
10. Antibotsingsfunctie bij open deuren: als er voertuigen of voetgangers in de buurt van het voertuig
zijn bij het parkeren, wordt de bestuurder daaraan herinnerd met het waarschuwingslicht.
Waarschuwingen voor installatie en gebruik
1. Lees de instructiehandleiding zorgvuldig vóór de installatie; de verwijdering en de installatie moeten
worden uitgevoerd in overeenstemming met de relevante vereisten van de instructiehandleiding; als
er beschadigde onderdelen worden gevonden, gelieve ze dan tijdig te vervangen;
2. Zet de auto uit en maak de positieve en negatieve polen van de autobatterij los; trek niet aan
de draden bij het demonteren of het verbinden van het systeem; vermijd gebroken draden of de
beschermende schede valt eraf;
3. Wanneer met het systeem wordt verbonden, zorg ervoor dat de verbinding strak is en aansluit;
4. Bevestigd de extra kabels op originele kabels met nylon kabelbinders, maar ze mogen niet te strak
worden getrokken. Alle stroom- en signaaldraadaansluitingen moeten worden beschermd met
elektrische tape, zodat ze waterdicht en kortsluitvast zijn.
5. Gereedschap voor de installatie: moersleutel, schroevendraaier, boormachine 5 mm en elektrische
handboormachine, glaslijm.