47
S1
S2
L
N
1
2
L
N
S1
S2
S3
S3
A
C
B
D
J
E
B
C
F
G
H
S1
S2
L
N
1
2
L
N
S1
S2
S3
1
2
L
N
S1
S2
S3
1
2
L
N
S1
S2
S3
1
2
L
N
S1
S2
S3
S3
A
B
C
D
E
J
B
C
F
H
G
G
G
G
S1
S2
S3
L
N
BLUE
BLUE
YELLOW
YELLOW
CND
CND
ORANGE
CND
ORANGE
S1
S2
S3
L
N
YELLOW
BLUE
BLUE
YELLOW
CND
6. Elektrische aansluitingen
6.1.2. Gescheiden voedingen voor binnenapparaat/buitenapparaat (Alleen voor de toepassing PUHZ)
De volgende aansluitpatronen zijn mogelijk.
De aansluitpatronen van de buitenapparaten variëren per model.
1:1-systeem
<Voor modellen zonder verwarming>
* U heeft de optionele vervangingskit voor kabelaansluitingen nodig.
* Breng het label B bij het aansluitschema van de binnen- en buitenapparaten aan. Dit label is bij de handleidingen meegeleverd.
A
Voeding buitenapparaat
B
Aardlekschakelaar
C
Stroomonderbreker of scheider
D
Buitenapparaat
E
Verbindingskabels tussen de binnen/
buitenapparaten
F
Afstandsbediening
G
Binnenapparaat
H
Optie
J
Voeding binnenapparaat
<Voor modellen zonder verwarming>
* U heeft de optionele vervangingskits voor kabelaansluitingen nodig.
Twee-/drie-/viervoudig gelijktijdig werkend systeem
Zie de volgende tabel indien de binnen- en buitenapparaten aparte voedingen heb-
ben. Indien de optionele vervangingskit voor kabelaansluitingen wordt gebruikt, dient
u de bedrading van de elektrische aansluitdoos te wijzigen, zie de figuur rechts en de
instellingen van de DIP-schakelaar van de bedieningspaneel van het buitenapparaat.
* Breng het label B bij het aansluitschema van de binnen- en buitenapparaten aan. Dit label is bij de handleidingen meegeleverd.
A
Voeding buitenapparaat
B
Aardlekschakelaar
C
Stroomonderbreker of scheider
D
Buitenapparaat
E
Verbindingskabels tussen de binnen/
buitenapparaten
F
Afstandsbediening
G
Binnenapparaat
H
Optie
J
Voeding binnenapparaat
ON
OFF
1
2
(SW8)
3
Aansluitkit voor de voeding van het
binnenapparaat (optie)
Aansluitingen wijzigen in de aansluitdoos
van het binnenapparaat
Label bij alle aansluitschema’s aangebracht
voor de binnen- en buitenapparaten
Instellingen van de DIP-schakelaar van
het buitenapparaat (alleen bij gescheiden
binnen-/buitenapparaatvoedingen)
Specificaties van het binnenapparaat
Vereist
Vereist
Vereist
*1. Gebruik een netscheider zonder smeltveiligheid (NF) of een aardlekschakelaar (NV) met een contactopening van minimaal 3 mm per pool.
*2. Max. 120 m
Gebruik voor de toepassing PUHZ-RP100/125/140 YHA afgeschermde kabels. De afscherming moet worden geaard via het binnenapparaat OF via het buitenapparaat, NOOIT via beide tegelijk.
*3. De afstandsbediening is voorzien van een kabel van 10 m. Max. 500 m
*4. De cijfers zijn NIET altijd van toepassing bij aarding.
Opmerkingen:
1. De afmeting van de bedrading moet voldoen aan de van toepassing zijnde locale en nationale norm.
2. De voedingskabels en de verbindingskabels van de binnen- en buitenapparaten mogen niet lichter zijn dan met polychloropreen bekleede
flexikabels. (Ontwerp 245 IEC 57)
3. Breng een aarding aan die langer is dan de andere kabels.
Model binnenunit
Voeding binnenunit
Ingangsvermogen binnenunit
*1
Hoofdschakelaar (stroomverbreker)
Voeding binnenunit
Aarde voor voeding binnenunit
Binnenapparaat-Buitenapparaat
*2
Aarde voor verbindingskabel tussen binnenunit/buitenunit
Aansluitkabel tussen afstandsbediening en binnenapparaat
*3
Binnenapparaat L-N
*4
Binnenapparaat-Buitenapparaat S1-S2
*4
Binnenapparaat-Buitenapparaat S2-S3
*4
Aansluitkabel tussen afstandsbediening en binnenapparaat
*4
PKA
~/N (Eenfase), 50 Hz, 230 V
16 A
2
×
Min. 1,5
1
×
Min. 1,5
2
×
Min. 0,3
–
–
AC 230 V
–
DC24 V
DC12 V
Elektrische verwar-
ming
(Voor modellen met
verwarming)
Aansluitingen (de fabrieksaansluitingen
gelden voor binnenapparaatvoedingen via
het buitenapparaat)
Binnenapparaatvoeding via het buitenapparaat
(fabrieksaansluitingen)
Indien de binnen- en
buitenapparaten
gescheiden
voedingen hebben,
wijzigt u de
aansluitingen
volgens de volgende
afbeelding.
Aansluitingen
Bedienings-
paneel van het
binnenapparaat
Gescheiden binnen-/buitenapparaatvoedingen
Elektrische
verwarming
(Voor modellen
met verwarming)
Bedienings-
paneel van het
binnenapparaat
* Er zijn drie soorten labels (labels A, B, en C). Bevestig de juiste labels op de appa-
raten, in overeenstemming met de aansluitmethode.
Bedrading
Aantal draden
×
dikte in (mm
2
)
Nominaal
vermogen
stroomkring