Du-3
(G)
(E)
(C)
(4)
(D)
(F)
(5)
(3)
(2)
(1)
TOEBEHOREN
Controleer voor het installeren of de volgende onderdelen aanwezig zijn.
<Binnenunit>
(1) Installatieplaat
1
(2) Bevestigingsschroef voor installatieplaat 4
×
25 mm
5
(3) Draadloze afstandsbediening
1
(4) Vilttape
(Voor leidingen naar links of linksachter)
1
(5) Batterij (AAA) voor (3)
2
BIJ DE INSTALLATEUR VERKRIJGBARE ONDERDELEN
(A) Verbindingskabel binnen- en buitenunit*
1
(B) Verlengleiding
1
(C) Huls voor muurgat
1
(D) Afdekring voor muurgat
1
(E) Bevestigingsbandje voor leiding
2 - 5
(F) Bevestigingsschroef voor (E) 4
×
20 mm
2 - 5
(G) Leidingtape
1
(H) Kit
1
(I)
Afvoerslang
(of zachte PVC-slang met 15 mm binnendiameter of harde
PVC-pijp VP16)
1 of 2
(J)
Koelolie
1
* Opmerking:
Plaats de verbindingskabel (A) van de binnen- en buitenunit
minimaal op 1 m afstand van de TV-antennekabel.
108 mm
of meer
81 mm
of meer
66 mm of meer;
142 mm of meer voor leidingen naar links of linksachter (met afstandsbeugel)
13 mm of meer
1-4. INSTALLATIESCHEMA
Het apparaat moet worden geïnstalleerd door een erkend
specialist en in overeenstemming met de plaatselijke
vereisten.
Voor het installeren
Deze handleiding beschrijft alleen de installatie van de binnenunit.
Raadpleeg de installatiehandleiding van elke buitenunit wanneer u
deze installeert. Alle voor de installatie benodigde structurele wijzigin-
gen moeten voldoen aan de plaatselijke bouwvoorschriften.
Afvoervoorzieningen voor buitenunit
Installeer de unit horizontaal.
Gebruik op koude locaties geen afvoerbus. De afvoer kan dan bevriezen
waardoor de ventilator stopt.
Tijdens het verwarmen produceert de buitenunit condens. Selecteer de
plaats van installatie om te voorkomen dat de buitenunit en/of de vloeren
nat worden door afvoerwater of beschadigd raken door bevroren afvoer-
water.
1,8 m tot 2,3 m vanaf de vloer wordt aanbevolen
Wanneer u de leidingen wilt bevestigen aan een muur die metaal (zoals tin-
nen bekleding) of metalen gaas bevat, plaats dan een chemisch behandelde
houten plaat van minstens 20 mm dikte tussen muur en leidingen, of omwikkel
de leidingen 7 tot 8 keer met isolatietape.
Zorg dat de unit minimaal 30 minuten heeft gekoeld en is leeggepompt voordat
u de oude airconditioner verwijdert. Pas de maat van de optrompverbindingen
aan aan die van de nieuwe koelstof.
Plaats na de lektest het isolatiemateriaal zodanig
strak dat er geen gat meer aanwezig is.
WAARSCHUWING
Omhul de koelmiddelleidingen of bescherm deze anderszins om
brandgevaar te voorkomen.
Externe schade aan de koelmiddelleidingen kan brand veroorzaken.
Gebruik beslist huls (C) in het
muurgat, om te voorkomen dat de
aansluitdraden naar binnen/buiten
(A) contact maken met metalen
delen in de muur en dat ongedierte
schade veroorzaakt indien de
muur hol is.
Binnenuni
Huls voor
muurgat
(C)
Snijd extra
lengte af.
Bevestigingsbandje
voor leiding (E)
Afdekring voor muurgat (D)
Bevestigings-
schroef (F)
Dicht het gat in de
muur af met kit (H).
Bevestig de leiding aan
de muur met bevesti-
gingsbandjes (E).
BELANGRIJKE OPMERKINGEN
Controleer of de bekabeling niet wordt blootgesteld aan slijtage, cor-
rosie, overmatige druk, trilling, scherpe randen of andere nadelige
omgevingsfactoren. De controle moet ook rekening houden met het
effect van veroudering of continue trillingen afkomstig van bronnen
zoals compressoren of ventilatoren.
JG79J074H01_nl.indd 3
2017/10/25 15:47:03