56
GB
D
F
I
NL
E
P
GR
RU
TR
•
Zet de leidingen vast met metalen zadeltjes en installeer de leidingen zodanig
dat deze maximaal worden beschermd tegen breken, buigen en andere be-
schadigingen.
•
Let goed op dat de waterinlaat- en wateruitlaatkleppen niet worden verwis-
seld.
•
Dit apparaat is niet uitgerust met een verwarmingselement ter voorkoming van
bevriezen van de leidingen. Als de waterstroom bij lage buitentemperaturen
stop wordt gezet, tap de leidingen dan af.
•
De ongebruikte uitdrukgaten moeten worden afgedicht en de openingen van
de koelstofpijpen, waterpijpen, voedingsbron en transmissieleidingen moeten
worden afgedicht met kit e.d. als bescherming tegen regen. (Buitenlucht-
opstelling)
Oorbeeld voor de installatie van het buitenapparaat (met leidingen links)
[Fig. 6.1.1]
(P.2)
A
Watercirculatieleiding
B
Afsluitklep
C
Afsluitklep
D
Wateruitlaatopening
E
Koelstofleiding
F
Filter type Y
G
Waterinlaatopening
H
Aftapleiding
6.2. Installatie van de isolatie
Mits de temperatuur van het circulerende water over het gehele jaar op een ge-
middelde temperatuur wordt gehouden (‘s winters 20
°
C, ‘s zomers 30
°
C), hoeven
de binnenleidingen van de City Multi WY-serie niet te worden geïsoleerd of an-
derszins te worden beschermd. In de volgende gevallen dient u echter wel isolatie
aan te brengen:
•
bij buitenleidingen.
•
bij binnenleidingen in gebieden met lage temperaturen, waar bevriezing een
probleem kan vormen.
•
als de van buiten komende lucht zorgt voor condensatie op de leidingen.
•
rondom aftapleidingen.
6.3. Watergebruik en controle op water-
kwaliteit
Om de kwaliteit van het water constant te houden, dient u voor de WY gebruik te
maken van een koeltoren van het gesloten type. Als de kwaliteit van het water te
wensen overlaat, kan er op de waterwarmtewisselaar aanslag worden afgezet,
met als gevolg een verminderde werking van de warmtewisselaar en mogelijke
corrosie ervan. Let dus goed op de kwaliteit van het water (aanwezigheid van kalk
en eventueel vuil), als u het watercirculatiesysteem installeert.
•
Verwijderen van vreemde voorwerpen en vuilaanslag uit de leidingen.
Tijdens de installatie dient u er goed op te letten dat er geen vreemde voorwer-
pen, zoals lasslakken, stukjes pakking of roest in de leidingen terechtkomen.
•
Kwaliteit van het water
1
Afhankelijk van de kwaliteit van het water voor het koudwatercircuit dat in
de air-conditioning wordt gebruikt, kan het gebeuren dat de koperen leidin-
gen van de warmtewisselaar corroderen. Wij raden u aan om het water op
een eenvoudige manier te testen.
Met name circulatiesystemen voor koud water waarbij gebruik wordt ge-
maakt van open warmteopslagtanks, zijn gevoelig voor corrosie.
2
Waterkwaliteitsnorm
Opmerking 2 Het is onomstotelijk vastgesteld dat de componenten van de
referentie-items gevaarlijk zijn, de kwantitatieve relatie tussen
de aanwezigheid van de stoffen en het gevaar is echter nog niet
opgehelderd. Daarom staan ze vermeld als referentie-items.
3
Raadpleeg een expert op het gebied van waterkwaliteit over waterkwaliteit-
controlemethoden en -berekeningen, alvorens over te gaan tot het ge-
bruik van anticorrosiemiddelen.
4
Als u een eerder geïnstalleerde air-conditioning vervangt (of zelfs alleen
de warmtewisselaar ervan), voer dan eerst een grondige water-
kwaliteitscontrole uit en controleer leidingen, etc. op mogelijke corrosie.
Corrosie kan in koudwatersystemen optreden, zelfs als er eerder geen
tekenen van corrosie waren.
Als de kwaliteit van het water bijvoorbeeld plotseling of geleidelijk omlaag
is gegaan, dient de waterkwaliteit bijgewerkt te worden, voordat de air-
conditioning geïnstalleerd of vervangen wordt.
6.4. Koppeling van de pomp
Het buitenapparaat kan beschadigd raken als dit in gebruik wordt genomen zon-
der dat er water in de leidingen circuleert.
Zorg dat de inschakeling van het buitenapparaat wordt gekoppeld aan de
inschakeling van de watercircuitpomp. Gebruik hiervoor de eindaansluitingen voor
koppeling (TB8-3, 4) die op het buitenapparaat zijn aangebracht. Als u het pomp-
koppelcircuit verbindt met de TB8-3, 4, verwijder dan eerst het kortsluitsnoer. Bo-
vendien dient u, om een foutieve foutendetectie als gevolg van een slechte aan-
sluiting te vermijden, in de drukklep 63PW te zorgen voor een lage blijvende stroom-
sterkte van 5mA of minder.
[Fig. 6.4.1]
(P.2)
A
Kortsluitsnoer (Aangesloten vóór de verscheping vanuit de fabriek.)
B
Aansluiting van pompkoppelingscircuit
7. Installatie van de koelstofpijpen
De City Multi WY-serie bestaat uit een eindverdeelsysteem, waarin de koelpijpen
van de warmtebroneenheid vanaf het aansluitpunt worden verdeeld en op iedere
binneneenheid worden aangesloten.
De gebruikte wijze van aansluiten is een flensaansluiting voor de gaspijp van de
warmtebroneenheid en een opgetrompte aansluiting voor de vloeistofpijp van de
warmtebroneenheid, en een opgetrompte aansluiting voor de pijp van de binnen-
eenheid. Voor de verdeelpijpen worden soldeeraansluitingen gebruikt.
Waarschuwing:
Wees altijd uiterst voorzichtig om te voorkomen dat er koelstofgas (R407C)
lekt terwijl er vuur of vlammen gebruikt worden. Wanneer het koelstofgas
met een vlam van welke bron dan ook, zoals een gasfornuis, in contact komt,
dan ontbindt het en ontstaat er een giftig gas, hetgeen gasvergiftiging kan
veroorzaken. Soldeer of las nooit in een ongeventileerde en/of gesloten ruimte.
Controleer altijd, na de voltooiing van de installatie van de koelstofpijpen, of
er gas lekt.
7.1. Voorzichtig
1
Gebruik de volgende materialen voor de koelstofpijpen:
•
Materiaal: Gebruik fosforhoudende, zuurstofarme, koperen koelstofpijpen.
Zorg ervoor dat de binnen- en buitenoppervlakken van de pijpen schoon
zijn en vrij zijn van gevaarlijk zwavel, oxiden, stof/vuil, metaaldeeltjes, olie-
resten, vocht of andere verontreinigingen. (R407C-modellen)
2
In de winkel verkrijgbare pijpen bevatten vaak stof en andere materialen. Blaas
ze altijd schoon met een droog inert gas.
3
Wees voorzichtig om te voorkomen dat stof, water of andere vervuilende stof-
fen in de pijpen terecht komen tijdens de installatie.
4
Beperk het aantal gebogen delen zoveel mogelijk en gebruik altijd een zo groot
mogelijke straal wanneer u de pijpen buigt.
5
Houd altijd rekening met de beperkingen van de koelstofpijpen (zoals nomi-
nale lengte, het verschil tussen hoge/lage druk, en diameter van de pijpen).
Als u dit niet doet, kan dit storingen van de apparaten of een afname in
verwarmings-/koelingsprestaties veroorzaken.
6
Het City Multi WY Series apparaat houdt op met werken als er zich een abnor-
male situatie voordoet, als er te veel of te weinig koelvloeistof is. Als dit ge-
beurt, dient u het apparaat van de juiste hoeveelheid koelvloeistof te voorzien.
Controleer bij onderhoud altijd de opmerking over pijplengte en de hoeveel-
heid extra koelstof op beide plaatsen, de berekeningstabel voor het volume
van de koelstof op de achterkant van het onderhoudspaneel en het extra koel-
stofgedeelte op de labels voor het totale aantal binnenapparaten.
7
Gebruik vloeibare koelstof om het systeem af te dichten.
8
Gebruik nooit koelstof om het apparaat te ontluchten. Gebruik hiervoor altijd
een vacuümpomp.
9
Isoleer de pijpen altijd goed. Onvoldoende isolatie leidt tot een afname in
verwarmings- /koelingsprestaties, waterdruppels door condensatie en andere
problemen van die aard.
0
Zorg ervoor dat tijdens het aansluiten van de koelstofpijp de kogelklep van het
buitenapparaat volledig gesloten is (de fabrieksinstelling) en open deze niet
Standaard items
Referentie-items
Opmerking 2
PH (25˚C)
Elektrische geleiding (25˚C) (
µ
s/cm)
Chloorion Cl
-
(mg/l)
Sulfaation SO4
2-
(mg/l)
M-alkaliniteit CaCO
3
(mg/l)
Totale hardheid CaCO
3
(mg/l)
IJzer Fe (mg/l)
Zwavelion S
2-
(mg/l)
Ammoniakion NH
4+
(mg/l)
Silica SiO
2
(mg/l)
Items
Standaardwaarden
7,0 ~ 8,0
300 of minder
50 of minder
50 of minder
50 of minder
70 of minder
1,0 of minder
Niet waarneembaar
Niet waarneembaar
30 of minder