58
GB
D
F
I
NL
E
P
GR
RU
TR
•
Zorg ervoor op dat de handgreep volledig open is na het ontluchten en het
vullen met koelvloeistof. Als u het apparaat in werking stelt met gesloten afsluiter,
komt de vloeistof-of gaskant van het koelcircuit onder een abnormale druk te
staan, hetgeen schade kan veroorzaken aan de compressor, de 4-wegklep,
enz.
•
Bepaal, met behulp van de formule, hoeveel extra koelvloeistof bijgevuld moet
worden en vul de extra koelvloeistof bij via de dienstopening na het voltooien
van de pijpaansluitingswerkzaamheden.
•
Draai de dienstopening aan na voltooiing van de werkzaamheden en dop de
opening goed af om een gaslek te voorkomen.
[Fig. 8.2.2] (P.3)
<A> [Kogelklep (gaskant)]
<B> [Kogelklep (vloeistofkant)]
(Deze figuur toont de klep in volledig geopende toestand.)
A
Klepstang
[Het kogelventiel is volledig gesloten bij verzending vanaf de fabriek, werkzaam-
heden aan de pijpen, ontluchting en bijvulling van koelvloeistof. Zorg ervoor op
dat de kogelklep volledig open is na voltooiing van de hier genoemde werkzaam-
heden.]
B
Stopspie [Voorkomt dat de klepstang over 90
°
of meer wordt gedraaid.]
C
Pakking (accessoire)
D
CoVerbindingspijp (accessoire)
[Plaats de pakking op de klepflens zodat er geen gas kan lekken. (Torsie bij vast-
draaien: 25 N·m (250 kg·cm)) Breng op beide kanten van de pakking koelmachine-
olie (Esterolie, etherolie of alkylbenzeen [kleine hoeveelheid]).]
E
Open (Operate slowly)
F
Dop, koperpakking
[Verwijder de dop en bedien de klepstang. Zorg ervoor dat de dop in de oude
staat wordt teruggebracht na voltooiing van de werkzaamheden. (Torsie bij vast-
draaien dop klepstang: 25 N·m (250 kg·cm) of meer)]
G
Dienstopening
[Gebruiken voor ontluchting en bijvullen van aangelegde pijpen.
Gebruik een tweezijdige steeksleutel voor het openen en sluiten.
Zorg ervoor dat de dop in de oude staat wordt teruggebracht na voltooiing van de
werkzaamheden. (Torsie bij vastdraaien dop dienstopening: 14 N·m (140 kg·cm)
of meer)]
H
Optrompmoer
[Torsie bij vastdraaien is 55 N·m (550 kg·cm).
Gebruik een tweezijdige steeksleutel voor het openen en sluiten.
Breng koelmachine-olie (Esterolie, etherolie of alkylbenzeen [kleine hoeveelheid])
aan op het aanrakingsvlak van de optrompmoer.]
I
ø12,7
J
ø25,4 (PQHY-P200)
ø28,58 (PQHY-P250)
K
Zelf aan te schaffen pijpen
[Sluit de pijp aan op de verbindingspijp door hard te solderen. (Gebruik niet-
oxiderend hardsoldeermateriaal.)]
L
Dichte pakking
M
Holle pakking
Toe te passen torsie bij vastdraaien met momentsleutel:
Buitendiameter koperen pijp (mm)
Torsie bij vastdraaien (N·m) / (kg·cm)
ø6,35
14 tot 18 / 140 tot 180
ø9,52
35 tot 42 / 350 tot 420
ø12,7
50 tot 57,5 / 500 tot 575
ø15,88
75 tot 80 / 750 tot 800
ø19,05
100 tot 140 / 1000 tot 1400
Grootte van aandraaihoek:
Pijpdiameter (mm)
Aandraaihoek (
°
)
ø6,35, ø9,52
60 tot 90
ø12,7, ø15,88
30 tot 60
ø19,05
20 tot 35
[Fig. 8.2.3] (P.3)
Opmerking:
Wanneer u geen momentsleutel heeft kunt u de volgende methode gebrui-
ken:
Wanneer u met een steeksleutel een optrompmoer steeds verder aandraait,
kunt u op een gegeven moment een plotselinge toename in de aandraaitorsie
voelen. Draai vanaf dit punt de moer over het aantal graden dat in de boven-
staande tabel staat.
Voorzichtig:
•
Zorg ervoor dat u de verbindingspijp losmaakt van de kogelklep en de
pijp buiten het apparaat hardsoldeert.
- Wanneer u de pijp hardsoldeert terwijl hij bevestigd zit kan dit de kogelklep
verhitten, hetgeen schade aan de klep of gaslekkage kan veroorzaken. Het
kan eveneens draden binnen het apparaat verbranden.
•
Gebruik (een kleine hoeveelheid) esterolie, etherolie of alkylbenzeen als
koelmachine-olie voor de coating van optromp- en flensverbindingen.
(R407C-modellen)
- De koelmachine-olie zal verslechteren indien deze met een grote hoeveel-
heid mineraalolie wordt gemengd.
•
Gebruik geen toevoeging voor lekkagedetectie.
8.3. Installatie van de verdeelpijp
Zie voor nadere details de handleiding die bij het optionele verdeelsamenstel voor
koelvloeistof is bijgeleverd.
■
Nummer verbinding
[Fig. 8.3.1] (P.4)
A
Naar de warmtebroneenheid
B
Naar de verdeelpijpen of binneneenheid
•
Er geldt geen beperking voor de configuratie van het aanbrengen van de ver-
bindingen.
•
Als de diameter van de geselecteerde koelpijp volgens de procedures zoals
beschreven op pagina
3
afwijkt van de afmeting van de verbinding, gebruik
dan een aanpassing. De aanpassing wordt bij het samenstel meegeleverd.
■
Nummer aftakkingsstuk
[Fig. 8.3.2] (P.4)
A
Naar de warmtebroneenheid
B
Naar de binneneenheid
•
Er geldt geen beperking voor de montagepositie van het aftakkingsstuk.
•
Als de diameter van de geselecteerde koelpijp volgens de procedures zoals
beschreven op pagina
3
afwijkt van de afmeting van de verbinding, gebruik
dan een aanpassing. De aanpassing wordt bij het samenstel meegeleverd.
•
Wanneer het aantal pijpen dat aangesloten moet worden kleiner is dan het
aantal aftakkingen op het aftakkingsstuk, plaats dan een afsluitdop op de plaats
die niet wordt aangesloten. De afsluitdop wordt met het pakket meegeleverd.
8.4. Luchtdichtheidsproef, ontluchting en
bijvullen van koelstof
1
Luchtdichtheidsproef
De luchtdichtheidsproef dient te worden uitgevoerd met de kogelklep van het
buitenapparaat gesloten en breng de verbindingspijpen en het binnenapparaat
onder druk via de dienstopening van de kogelklep op het buitenapparaat. (Breng
altijd druk aan via de dienstopeningen van zowel de vloeistof- als gaspijpen.)
[Fig. 8.4.1] (P.4)
A
Stikstofgas
B
Naar binnenapparaat
C
Systeemanalysator
D
Laag-knop
E
Hoog-knop
F
Kogelklep
G
Vloeistofpijp
H
Gaspijp
I
Buitenapparaat
J
Dienstopening
<R407C-modellen>
De methode voor het uitvoeren van de luchtdichtheidsproef is in essentie gelijk
aan die voor R22 modellen. Aangezien de beperkingen een grote invloed hebben
op de verslechtering van de koelmacine-olie, dient u zich er altijd aan te houden.
Gaslekkage veroorzaakt bij niet-azeotropische koelstof (R407C, etc.) bovendien
verandering van de samenstelling en verminderde prestaties. Voer de lucht-
dichtheidsproef daarom zorgvuldig uit.