MicroPower STC Series, Руководство пользователя

Страница: 22 / 78

Installatie
Alleen een geauthoriseerde installatie ingenieur mag de installatie verrichten.
De batterijlader zou binnen moeten worden geïnstalleerd in een ruimte met een damp
blokkering. Plaats de batterijlader dusdanig dat er vrije lucht circulatie is doorheen de
ventilatie openingen van de batterijlader.
Installeer de batterijlader op dusdanige wijze dat de gassen veroorzaakt door het laden
niet worden opgezogen door de ventilatoren van de batterijlader.
Batterijladers voor monteren op een muur zijn voorzien met openingen, zie de illustratie
(figuur1) .
De batterijlader wordt geproduceerd in verschillende hoofdspanning variaties. Controleer
of de stroomtoevoer op de plaats van installatie voldoet aan de spanning, volgens de
informatie op de spanningsplaat van de batterijlader.
De aanbevolen hoofdzekering is gespecificeerd op de spanningsplaat van de
batterijlader. De batterijlader is verbonden met de hoofdspanning via een kabel met een
stekker aan een stopcontact met aardleiding.
Verbind de batterijlader zoals illustratie (figuur 2-3) . Kijk de markering van de polen van
de batterij zorgvuldig na.
De rode kabel wordt verbonden met de positieve pool van de batterij en de zwarte of
blauwe kabel met de negatieve pool van de batterij.
Werking
Kabel verbindingen en controle paneel
Alle STC laders (zie figuur 4)
1. Controle paneel. 4. Schakelaar
2. Hoofdkabel met adaptor 5. LED’s
3. Batterij kabel en verbinding
Laden
WAARSCHUWING!
In geval van gevaar, ontkoppel de hoofdspanning door de stekker uit de
stekkerdoos te nemen of door de veiligheidsschakelaar uit te schakelen.
Een batterij aankoppelen
1. Controleer of de batterijlader is uitgeschakeld. De schakelaar op het paneel zou in de
0-positie moeten staan
2. Controleer de bedrading en adaptor om te verzekeren dat er geen zichtbare schade
is.
3. Koppel de batterij aan de batterijlader
4. Start de batterijlader door de schakelaar op het paneel in de 1-positie te zetten De
bovenste LED lichten zijn geel gedurende de hoofdladings fase. Wanneer de span-
ning 2.43 V/cell heeft bereikt, gaat de batterijlader over tot extra lading en de andere
gele LED’s lichten op. De duur voor extra lading is ongeveer 60% van de hoofdlad-
ing.
Ne
de
rla
nd
s
22