ARC160 - NLFREN - v1.0 - 03032014
6
NL
®
4�3 Lasproces
1� Montage van de lasdraad
Kies de geschikte lasdraad en steek deze in de lasdraad houder. De lasdraad moet ongeveer dezelfde dikte hebben
als de te lassen werkstukken.
2� Voorbereiding van het werkstuk
Het deel dat gelast moet worden moet perfect schoon zijn. Coatings, bedekkingen of corrosie moeten verwijderd
worden, anders zal een goede las onmogelijk zijn.
3� Oververhittingsbeveiliging
Als de machine stopt en het oranje lampje op het voorpaneel brandt, dan is de oververhittingsbeveiliging
geactiveerd. Wacht tot de transformator voldoende afgekoeld is (het oranje lampje gaat uit) alvorens verder te
werken.
4� De aardeklem bevestigen
Bevestig de aardeklem stevig aan het werkstuk, zo dicht mogelijk van het laspunt.
IMPORTANT
: Verzeker u ervan, dat de aardeklem op schone en stevig metaal bevestigd wordt. Reinig indien nodig
met een staalborstel of soortelijk om een goede verbinding te waarborgen.
5� De machine inschakelen
Selecteer de lasstroom door de schakelaar LOW / HIGH op het voorpaneel te draaien. Schakel de machine in door
op de knop ON te drukken.
6� De vlamboog ontsteken
AANDACHT
: Voordat u de vlamboog ontsteekt, breng altijd de masker voor uw gezicht, om uw ogen te
beschermen.
a�
Plaats de elektrode precies over de plek waar u de lasboog wilt ontsteken.
b�
Plaats de maker voor uw gezicht, en stevig tik op de elektrode naar beneden. Zodra het contact gemaakt wordt,
moet u onmiddellijk de elektrode optillen, tot de gewenste booglengte.
• De booglengte moet ongeveer overeenkomen met de diameter van de elektrodekern.
•Als u de elektrode te ver brengt wanneer de boog ontstoken is, u zal de boog verliezen en opnieuw moeten
proberen.
OPMERKING
: Het gebeurt dikwijls dat de elektrode aan het werkstuk kleeft. U kunt deze door een harde
slag losmaken. Als de elektrode niet gemakkelijk loskomt, schakel de machine onmiddellijk uit, anders zal deze
oververhitten. Geef dan een slag op de lasnaad met een bijtelhamer. Met de ervaring zal dit steeds minder
gebeuren.
c�
Eens de boog ontstoken is, verplaats de elektrode langs de beoogde baan. Houd de tip van de elektrode constant
in het smeltbad.
• U moet u ook aan een regelmatige verplaatsing van de elektrode aanwennen.
• U moet een regelmatig krakend geluid horen, dit betekent dat het een goede las is.
d�
Controleer het werk zorgvuldig. De lasplek moet een volledige versmelting van de elektrode en het basismetaal
zijn.
• Alle metaalslakken, die op het oppervlak ontstaan, moeten met de bijgeleverde hamer/borstel afgestoken worden.
• Als de resulterende lasnaad onregelmatig is, is dit een indicatie van porositeit of besmetting door slakken, en dat u
de juiste combinatie tussen snelheid en stroom niet bereikt heeft. Dit is een veel voorkomend probleem. Maak u maar
geen zorgen, omdat de praktijk dit snel zal oplossen.
copyrighted
document
- all
rights
reserved
by
FBC