CAT10090V - NLFRENES - v1.0 - 15082014
4
NL
®
7
Het stuk moet worden gepositioneerd tussen de centermatrijs (Center Die) en tussen de plooimatrijs
(Bending Die) en de platte kant van de stop blok (Stop block). De stop block (stop block) en de support
pin (Support Pin) moeten verder worden geplaatst van de centermatrijs of dicht naargelang de dikte van
het materiaal.
De plooimatrijs wordt meestal beveiligd in het derde gat van de hendel (Handle die receiver) maar dit
hangt in grote mate af van de dikte van het materiaal.
9.
Plooien van de juiste hoek
Plaats hulpstuk (Right Angle bending attachment) zoals hieronder afgebeeld.
Indien de hendel het stuk raakt door zijn lengte positioneer het stuk links van de hendel.
De hendel wordt steeds in de richting van de klokwijzer getrokken. Trek lijnen met kalk op het stuk op elke
gewenste interval voor het plooien. Indien u 2 of meer plooien maakt op hetzelfde stuk, voeg bijkomend
1/8 duim toe (overeenkomstig tov van de meting van de binnendia) tussen elke lijn. Dit zal de afstand
compenseren die verloren gaat tijdens het plooien.
Positioneer de kalklijn op de hoek van het hulpstuk (Right Angle bending attachmento zo dat enkel de helft
van de lijn zichtbaar is. Plooi de gewenste hoek. Gebruik een gradenboog voor precisie metingen.
Voor ingewikkelde ontwerpen, gebruik eerst goedkoper materiaal als test alvorens te starten met het
duurdere materiaal
Werkstuk
Hulpstuk (7)
Korte pin (2)
&
1’’ matrijs (17)
Bout (15)
&
Afstandsring (6)
Lange pin (1)
Hendel (9)
Lange pin (1)
5. Het werkstuk moet tussen de centermatrijs en tussen de plooimatrijs en de platte kant van de stop blok gepositioneerd
worden. De stop block en de steunpin moeten verder van de centermatrijs geplaatst worden voor dikkere materialen,
of dichter voor dun materiaal.
6. De plooimatrijs wordt meestal in het derde gat van de hendel beveiligd, maar dit hangt in grote mate af van de
materiaaldikte.
4.2 Hoekig plooien
1. Plaats het hulpstuk voor hoekig plooien zoals afgebeeld.
Hoekig plooien - Fig. 5
2. Indien de hendel (9) het werkstuk door zijn lengte raakt, positioneer het werkstuk links van de hendel.
3. De hendel wordt steeds in de richting van de klokwijzer getrokken.
4. Voor het plooien, trek lijnen met krijt op het werkstuk op elke gewenste interval voor het plooien.
5. Indien u 2 of meer plooien maakt op hetzelfde werkstuk, voeg bijkomend 1/8 duim toe (overeenkomstig met de
meting van de binnendiameter) tussen elke lijn. Dit zal de afstand compenseren, die verloren gaat tijdens het plooien.
6. Positioneer de krijtlijn op de hoek van het werkstuk zo dat enkel de helft van de lijn zichtbaar is.
7. Plooi onder de gewenste hoek. Gebruik een gradenboog voor nauwkeurige metingen.
8. Voor ingewikkelde ontwerpen, gebruik eerst goedkoper materiaal als test alvorens het duurdere materiaal te plooien.
4.3 Instelbare stop
1. De instelbare stop (4) wordt gebruikt om herhaalbare operaties uit te voeren, om dezelfde plooihoek te bekomen.
2. Installeer het plooitoestel zoals hierboven beschreven.
3. Bepaal de gewenste plooihoek met een gradenboog.
4. Plaats de instelbare stop in het overeenkomende gat in de matrijshouder ring assemblage (10).
5 Onderhoud
• Smeer uw plooitoestel regelmatig in, om zijn levensduur te verlengen.
• Controleer voor elk gebruik dat het plooitoestel niet beschadigd is.
• Onderdelen kunt u bij uw verdeler bestellen.
copyrighted
document
- all
rights
reserved
by
FBC