Meec tools 016640, Руководство пользователя, Страница: 124 / 236

NL
123
De boor trekt (centreert
niet) en het gat is eerder
ovaal.
Harde vezels/knoesten in
het onbewerkte hout, of
asymmetrische boorpunt
(verschillende lengte of hoek
van het snijvlak).
Slijp de boor.
De boor is vervormd (gebogen). Vervang de boor.
De boor raakt vast in het
werkstuk.
Het boorgat klemt rond de boor,
of de aanvoer is te groot.
Beperk de vervorming van het
werkstuk door een geschikte
onderlaag te gebruiken of het
werkstuk correct vast te zetten.
Zie de aanwijzingen voor
positionering van het werkstuk.
Verkeerde riemspanning.
Pas de riemspanning aan. Zie de
aanwijzingen voor wijziging van
het spindeltoerental.
De boor verandert van
richting of wankelt.
De boor is gebogen. Vervang door een rechte boor.
Sterk versleten spindellager. Vervang de spindellagers.
De boor is verkeerd in de
spanklem gemonteerd.
Haal de boor uit de spanklem
en plaats ze correct gecentreerd
terug. Zie het hoofdstuk
“Inzetting van gereedschap in de
spanklem”.
De spanklem is verkeerd
gemonteerd op de spindel.
Monteer de spanklem correct.
Zie de aanwijzingen voor
montage van de spanklem.