DE
EN
FR
IT
ES
NL
DK
107
Menupunt
Functie/submenu
AUTOM. AANPASSING (AUTOMATIC ADJUSTMENT)
: Stelt de horizontale en verti-
cale positie, de fase (fine tuning) en de maat (H-grootte) automatisch in.
CONTRAST (CONTRAST)
: stelt de witwaarde van de voorgrond van het beeldscherm
in.
HELDERHEID (BRIGHTNESS)
: Om de helderheid van de video aan te passen.
DCR
: Hier kunt u de DCR-functie instellen (dynamisch contrast) uit / aan.
ECO
: ECO in- en uitschakelen. Aanpassing van contrast, heldeherheid en DCR zijn in
de ECO-modus gedeactiveerd.
Belangrijk!
Om instellingen betreffende het contrast en de helderheid te kunnen doorvoeren,
dient u in
BEELDMODUS (PICTURE MODE)
de instelling
STANDAARD
te selecteren.
SIGNAALBRON (INPUT SOURCE)
: door op “bronselectie” te drukken, schakelt de si-
gnaalbron om.
AUDIO-AANPASSING (AUDIO ADJUSTMENT)
: Voor het instellen van audiofuncties.
VOLUME
: Stelt het volume van de luidsprekers in.
MUTE
: maakt de keuze mute/speech mogelijk.
KLEURINSTELLINGEN (COLOUR SETTINGS)
: Voor de keuze van de kleuren, om de
helderheid en de kleurverzadiging te verbeteren.
COOL
: Voegt blauw toe aan het beeldscherm en maakt daardoor het wit
koeler.
NORMAAL (NORMAL)
: voegt rood toe aan het beeldscherm en maakt
daardoor het wit warmer en het rood helderder.
WARM
: voegt groen toe aan het beeldscherm en bereikt zo een donkerde-
re basistint.
Gebruikerinstelling (User Colour)
: Individuele instelling voor rood
(
R
), groen (
G
) en blauw (
B
).
INFORMATIE (INFORMATION)
: geeft informatie over het huidige ingangssignaal van
de grafische kaart van uw computer.