60
Netaansluiting
Let voor het verbinden van het netsnoer op dat de aan de subwoofer aangesloten
apparaatspanning met de aanwezige netspanning overeenstemt. Als de gegevens niet
overeenkomen met de beschikbare netspanning, kunt u het apparaat niet aansluiten. Bij een
verkeerde voedingsspanning ontstaat ernstige schade.
Wees voorzichtig bij de omgang met netsnoeren en netaansluitingen. Netspanning kan
levensgevaarlijke elektrische schokken veroorzaken.
Het stopcontact waarop de subwoofer wordt aangesloten, moet gemakkelijk bereikbaar zijn
zodat het apparaat in geval van storingen snel en zonder gevaren van de netspanning kan
worden gescheiden.
De subwoofer en alle aangesloten apparaten moeten bij het aansluiten van de voedingsspanning
zijn uitgeschakeld.
Laat kabels niet los liggen. Deze dienen op deskundige wijze gelegd te worden om gevaar voor
ongevallen te voorkomen.
Controleer of alle elektrische verbindingen, verbindingsleidingen tussen de apparaten en
eventuele verlengsnoeren volgens de voorschriften en in overeenstemming met de
gebruiksaanwijzing zijn aangesloten. Bij gebruik van een verlengsnoer moet u er zeker van zijn
dat deze geschikt zijn voor de betreffende belasting.
• Verbind de eurostekker van de netkabel met de netaansluiting (2).
• Steek de netstekker van het netsnoer in een wandcontactdoos.
• Met de schakelaar POWER (1) wordt de subwoofer in- of uitgeschakeld .
Stand “O”: apparaat is uitgeschakeld.
Stand “I”: apparaat is ingeschakeld.
Als het apparaat is ingeschakeld, brandt het indicatielampje POWER (3).