50
Montage
Het lichteffect wordt met een montagebeugel aan het plafond of een geschikt traversensysteem gemonteerd.
• Monteer de montagebeugel met de kartelschroef aan de bovenzijde van het toestel.
• Monteer de effectstraler met de montagebeugel aan het plafond, de wand of op een geschikt traversesysteem.
Het toestel mag nooit zonder beugel worden gemonteerd.
• Bevestig het toestel met montagemateriaal dat geschikt is voor het bevestigingsoppervlak en de belasting
van het lichteffect kan dragen.
• Beveilig de montage bovendien met een geschikte veiligheidsvangkabel of een vangnet. De
veiligheidsvangkabel resp. het vangnet moet onafhankelijk van de hoofdbevestiging, het lichteffect in geval
van een fout bij de hoofdophanging kunnen houden.
• Stel de gewenste kantelhoek in en draai de kartelschroeven goed vast.
Bedrijfsmodi
De volgende tabel geeft een overzicht van de verschillende bedrijfsmodi. De instelling van de gewenste modus
vindt plaats via de DIP-schakelaar aan de achterzijde van het toestel.
DIP-schakelaar > ON
Functie
1-8
DMX-modus, instelling van het DMX-adres zie “DMX-modus”
9
Automatische modus met/zonder Sound-to-light sturing
9, 10
Automatische modus met snel wisselende effecten
- - -
Slave-modus
10
Slave-modus (slave-toestel reageert op tegenovergestelde manier van het master-
toestel)