46 NEDERLANDS
richting van de draairichting van het accessoire op het
moment van vastlopen.
Bijvoorbeeld, als een slijpschijf bekneld raakt of vast
-
loopt in het werkstuk, kan de rand van de schijf die het
beknellingspunt ingaat, zich invreten in het oppervlak
van het materiaal waardoor de schijf eruit klimt of eruit
slaat. De schijf kan daarbij naar de gebruiker toe of weg
springen, afhankelijk van de draairichting van de schijf
op het beknellingspunt. Slijpschijven kunnen in derge
-
lijke situaties ook breken.
Terugslag is het gevolg van misbruik van het elektrisch
gereedschap en/of onjuiste gebruiksprocedures of
omstandigheden, en kan worden voorkomen door
goede voorzorgsmaatregelen te treffen, zoals hieronder
vermeld:
1.
Houd het elektrisch gereedschap stevig vast
en houd uw armen en lichaam zodanig dat u in
staat bent een terugslag op te vangen. Gebruik
altijd de extra handgreep (indien aanwezig)
voor een maximale controle over het gereed-
schap in geval van terugslag en de koppel-
reactiekrachten bij het starten.
De gebruiker
kan een terugslag of de koppelreactiekrachten
opvangen indien de juiste voorzorgsmaatregelen
worden getroffen.
2.
Plaats uw hand nooit in de buurt van het draai-
ende accessoire.
Het accessoire kan terugslaan
over uw hand.
3.
Plaats uw lichaam niet in het gebied waar het
elektrisch gereedschap naar toe gaat wanneer
een terugslag optreedt.
Een terugslag zal het
gereedschap bewegen in de tegenovergestelde
richting van de draairichting van de schijf op het
moment van beknellen.
4.
Wees bijzonder voorzichtig bij het werken
met hoeken, scherpe randen, enz. Voorkom
dat het accessoire springt of bekneld raakt.
Hoeken, scherpe randen of springen veroorzaken
vaak beknellen van het draaiende accessoire wat
leidt tot terugslag of verlies van controle over het
gereedschap.
5.
Bevestig geen zaagketting, houtbewerkings-
blad of getand zaagblad.
Dergelijke bladen
leiden vaak tot terugslag of verlies van controle
over het gereedschap.
Veiligheidswaarschuwingen specifiek voor slijp- en
doorslijpwerkzaamheden:
1.
Gebruik uitsluitend schijven van het type aan-
bevolen voor uw elektrisch gereedschap en de
specifieke beschermkap voor de te gebruiken
schijf.
Schijven waarvoor het elektrisch gereed
-
schap niet is ontworpen, kunnen niet goed worden
afgeschermd en zijn niet veilig.
2.
Het slijpoppervlak van schijven met een ver-
zonken middengat moet bij het aanbrengen
lager liggen dan het vlak van de bescherm-
rand.
Bij een onjuist aangebrachte schijf die
boven het vlak van de beschermrand uitsteekt is
geen goede bescherming mogelijk.
3.
De beschermkap moet stevig worden vastge-
zet aan het elektrisch gereedschap en in de
maximaal beschermende stand worden gezet
zodat het kleinst mogelijke deel van de schijf
is blootgesteld in de richting van de gebrui-
ker.
De beschermkap dient om de gebruiker
te beschermen tegen aanraking met de schijf,
stukjes die daarvan af breken en vonken die
brandgevaar voor kleding opleveren.
4.
Schijven mogen uitsluitend worden
gebruikt voor de aanbevolen toepassingen.
Bijvoorbeeld: u mag niet slijpen met de zijkant
van een doorslijpschijf.
Doorslijpschijven zijn
bedoeld voor slijpen met de rand. Krachten op het
zijoppervlak kunnen deze schijven doen breken.
5.
Gebruik altijd onbeschadigde schijfflenzen
van de juiste afmetingen en vorm voor de te
gebruiken schijf.
Een goede schijfflens onder
-
steunt de schijf en verkleint daarmee de kans op
het breken van de schijf. Flenzen voor doorslijp
-
schijven kunnen verschillen van flenzen voor
slijpschijven.
6.
Gebruik geen deels afgesleten schijven van
grotere elektrische gereedschappen.
Schijven
die zijn bedoeld voor grotere elektrische gereed
-
schappen zijn niet geschikt voor de hogere snel
-
heid van een kleiner elektrisch gereedschap en
kunnen in stukken breken.
Aanvullende veiligheidswaarschuwingen specifiek
voor doorslijpwerkzaamheden:
1.
Laat de doorslijpschijf niet vastlopen en oefen
geen buitensporige druk uit. Probeer niet een
buitensporig diepe snede te slijpen.
Een te
grote kracht op de schijf verhoogt de belasting
en de kans dat de schijf in de snede verdraait of
vastloopt, waardoor terugslag kan optreden of de
schijf kan breken.
2.
Plaats uw lichaam niet in één lijn achter de
ronddraaiende schijf.
Wanneer de schijf, op het
aangrijppunt in het werkstuk, zich van uw lichaam
af beweegt, kunnen door de mogelijke terugslag
de ronddraaiende schijf en het elektrisch gereed
-
schap in uw richting worden geworpen.
3.
Wanneer de schijf vastloopt of u het slijpen
onderbreekt, schakelt u het elektrisch gereed-
schap uit en houdt u dit stil totdat de schijf
volledig tot stilstand is gekomen. Probeer
nooit de doorslijpschijf uit de snede te halen
terwijl de schijf nog draait omdat hierdoor een
terugslag kan optreden.
Onderzoek waarom de
schijf is vastgelopen en tref afdoende maatregelen
om de oorzaak ervan op te heffen.
4.
Begin niet met doorslijpen terwijl de schijf al in
het werkstuk steekt. Wacht totdat de schijf op
maximaal toerental draait en breng daarna de
schijf voorzichtig terug in de snede.
Wanneer
het elektrisch gereedschap opnieuw wordt gestart
terwijl de schijf al in het werkstuk steekt, kan de
schijf vastlopen, omhoog lopen of terugslaan.
5.
Ondersteun platen en grote werkstukken om
de kans op het beknellen van de schijf en
terugslag te minimaliseren.
Grote werkstukken
neigen door te zakken onder hun eigen gewicht. U
moet het werkstuk ondersteunen vlakbij de snijlijn
en vlakbij de rand van het werkstuk aan beide
kanten van de schijf.
6.
Wees extra voorzichtig bij het maken van een
invalslijpsnede in bestaande wanden of op
andere plaats waarvan u de onderkant niet
kunt zien.
De uitstekende schijf kan gas- of water
-
leidingen, elektrische bedrading of voorwerpen die
terugslag veroorzaken raken.