114
Onderhoud
Alvorens onderhoudswerkzaamheden uit te voeren, schakelt u de
-
doorslijpmachine uit
(27)
en trekt u de bougiekap eraf.
Controleer de doorslijpmachine altijd voordat u hem gebruikt om er zeker van te
-
zijn dat hij in goede staat verkeert. Controleer met name of de doorslijpschijf goed
is bevestigd. Controleer of de doorslijpschijf onbeschadigd is en geschikt is voor
de taak waarvoor hij gaat worden gebruikt.
Bedien de doorslijpmachine alleen op lage geluids- en emissieniveaus.
-
Hiertoe moet de carburator goed zijn afgesteld.
Reinig de doorslijpmachine regelmatig.
-
Controleer regelmatig of de brandstoftankvuldop goed afsluit.
-
Volg de instructies voor het voorkomen van ongevallen die door de
relevante beroepsverenigingen en verzekeringsmaatschappijen zijn
uitgegeven. Breng NOOIT wijzigingen aan op de doorslijpmachine! Hiermee
brengt u alleen maar uw eigen veiligheid in gevaar!
Voer uitsluitend de onderhouds- en reparatiewerkzaamheden uit die worden
beschreven in de gebruiksaanwijzing. Alle andere werkzaamheden moeten
worden uitgevoerd door MAKITA Service (28).
Gebruik uitsluitend originele vervangingsonderdelen en accessoires van MAKITA.
Bij gebruik van vervangingsonderdelen, accessoires of doorslijpschijven van
andere fabrikanten dan MAKITA, wordt de kans op een ongeval vergroot. Wij
accepteren geen enkele verantwoordelijkheid voor ongevallen of schade die
zich voordoen als gevolg van het gebruik van andere vervangingsonderdelen,
accessoires of doorslijpschijven dan originele MAKITA-producten.
27
28
29
SERVICE
EHBO (29)
Zorg ervoor dat een EHBO-doos altijd dichtbij en onmiddellijk beschikbaar is.
Vervang onmiddellijk elk item dat uit de EHBO-doos wordt gebruikt.
Geef de volgende informatie wanneer u hulp inroept:
Plaats van het ongeval
-
Beschrijving van het ongeval
-
Aantal gewonde mensen
-
Soort letsels
-
Uw naam!
-
OPMERKING:
Personen met een slechte bloedsomloop die worden blootgesteld aan sterke
trillingen, kunnen verwondingen aan bloedvaten of het zenuwstelsel oplopen.
Trillingen kunnen de volgende symptomen veroorzaken in de vingers, handen of
polsen: “slapen” (ongevoeligheid), tintellingen, pijn, stekend gevoel, veranderen van
huidskleur of van de huid.
Als een van deze symptomen zich voordoet, raadpleegt u uw huisarts!