98
1
Handgreep
2
Afdekkap
3
Kapvergrendeling
4
Beugelgreep
5
Handbeschermer (Tevens inertieschakelaar voor de
kettingrem)
6
Uitlaatdemper
7
Getande beugel (Klauwgreep)
8
Instelschroef voor kettingspanner
9
Bevestigingsmoeren
10
Kettingvanger
11
Kettingwielbeschermer
12
Afstelschroef voor oliepomp (Onderzijde)
13
Brandstofpomp (Primer)
14
Startergreep
15
Combischakelaar (Choke / ON / STOP)
16
Gashendel
17
Veiligheids-sperknop
18
Achterste handbeschermer
19
Tankdop brandstoftank
20
Afstelschroef voor de carburator
21
Ventilatorhuis met startinrichting
22
Tankdop olietank
23
Zaagketting (Snijwerktuig)
24
Zaaggeleider
25
Kettingwielbeschermer/snelspanner (TLC)
6. INBEDRIJFNAME
6a.
Alleen voor modellen met
bevestigingsmoeren aan de
kettingwielbeschermer
LET OP:
Bij alle werkzaamheden aan zaaggeleider en zaagketting
te allen tijde de motor afzetten, de bougiestekker
eraf trekken
(zie Bougie ver vangen)
en beschermende
handschoenen dragen!
LET OP:
De motorkettingzaag mag pas gestart worden na
volledig te zijn samengebouwd en controle!
6a-1. Montage van de zaaggeleiding en
zaagketting
Gebruik de bijgeleverde combisleutel voor de hierna ge -
noemde werkzaamheden.
Plaats de motorkettingzaag op een stabiele ondergrond
en voer de volgende stappen uit voor de montage van de
zaagketting en de zaaggeleider uit:
(zie afb. 25)
Ontkoppel de kettingrem door aan de beschermingshendel
(
1
) te trekken, in de richting van de pijl.
Bevestigingsmoeren (
2
) eraf draaien.
Verwijder de kettingwielbeschermer (
3
).
(zie afb. 26)
De instelschroef voor de kettingspanner (
4
) naar links draaien
(tegen de klok in), tot de tap (
5
) van de kettingspanner onder
de bout (
6
) staat.
(zie afb. 27)
Het zaagblad (
7
) monteren. Erop letten dat de tap (
5
) van de
kettingspanner in het gat van het zaagblad steekt.
(zie afb. 28)
De zaagketting (
9
) op kettingwiel (
8
) leggen.
De zaagketting bovenaan ca. tot de helft in de geleidegroef
(
10
) van het zaagblad leggen.
LET OP:
De snijkanten van de zaagketting moeten aan de
geleiderbovenkant in de richting van de pijl wijzen!
(zie afb. 29)
Voer de zaagketting (
9
) om de omlegschijf (
11
) van de
zaaggeleider, en trek daarbij de zaagketting licht in de richting
van de pijl.
(zie afb. 30)
De kettingwielbeschermer (
3
) weer aanbrengen.
LET OP!
De zaagketting moet daarbij over de
kettingvanger (12) worden getild.
De bevestigingsmoeren (
2
) eerst handvast
aandraaien.
6a-2. Zaagketting spannen (zie afb. 31)
De instelschroef (
4
) naar rechts draaien (met de klok mee),
tot de zaagketting in de geleidegroef aan de onderkant van
het blad grijpt (zie cirkeltje).
Het zaagblad licht optillen en de instelschroef (
4
) naar rechts
draaien (met de klok mee), tot de zaagketting weer tegen de
onderkant van het blad ligt (zie cirkeltje).
Het voorste einde van de zaaggeleider verder omhoog tillen
en de bevestigingsmoeren (
2
) met de combisleutel vast
aandraaien.
6a-3. Controle van de kettingspanning
(zie afb. 32)
De zaagketting is juist gespannen wanneer de zaagketting
tegen de onderzijde van de zaaggeleider aanligt en de
zaagketting nog gemakkelijk met de hand bewogen kan
worden over de zaaggeleider.
Hierbij moet de kettingrem gelost zijn.
Controleer regelmatig de kettingspanning, omdat nieuwe
zaagkettingen na verloop van tijd uitrekken en langer worden!
Daarom de kettingspanning regelmatig bij afgezette motor
controleren.
LET OP:
IIn de praktijk wordt geadviseerd 2-3 zaagkettingen afwissel-
end te gebruiken.
Voor een gelijkmatige slijtage van de zaaggeleidergroef
moet bij het verwisselen van een ketting de zaaggeleider
omgekeerd worden (onderzijde boven en bovenzijde onder).
6a-4. Zaagketting naspannen (zie afb. 33)
De bevestigingsmoeren (2) met de combisleutel ca. een
omwenteling losdraaien.
Het zaagblad licht optillen en de instelschroef (
4
) naar rechts
draaien (met de klok mee), tot de zaagketting weer tegen de
onderkant van het blad ligt (zie cirkeltje).
Het zaagblad verder optillen en de bevestigingsmoeren (
2
)
met de combisleutel weer stevig aandraaien.
6b. Alleen voor QuickSet-geleider
LET OP:
Bij alle werkzaamheden aan zaaggeleider en zaagketting
te allen tijde de motor afzetten, de bougiestekker
eraf trekken
(zie Bougie ver vangen)
en beschermende
handschoenen dragen!
5. Benaming van de onderdelen (zie afb. 24)
Содержание EA3501S
Страница 2: ...2 1 2 3 4 5 6 7 1 2 3 4 5 6 7 3 m 4 5 6 3 2 1 ...
Страница 3: ...3 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 STOP ON STOP ON B A B ...
Страница 4: ...4 18 19 20 21 22 23 24 2 3 1 4 6 5 7 9 13 11 12 10 8 25 15 14 16 17 18 19 21 22 20 23 24 1 ...
Страница 5: ...5 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 1 2 3 6 5 4 5 7 10 8 9 9 11 12 3 2 2 4 STOP 2 4 1 2 3 ...
Страница 6: ...6 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 5 4 7 5 6 6 8 9 3 2 2 10 STOP 1 2 4 3 6 5 9 7 8 8 10 ...
Страница 7: ...7 45 46 47 48 49 50 51 52 12 11 4 3 2 15 STOP 2 1 1 2 ...
Страница 8: ...8 53 54 55 56 57 58 1 2 4 5 3 ON 6 1 2 3 ...
Страница 9: ...9 59 60 61 62 63 64 T min 3 mm 0 11 0 64 mm 025 0 64 mm 025 α α β β 4 5 α 492 91PX 290 90SG 291 90PX ...
Страница 10: ...10 65 66 67 68 1 2 1 3 2 4 5 6 7 11 9 12 8 ...
Страница 11: ...11 69 70 71 72 3 4 5 6 8 0 6 mm 3 1 2 4 5 7 5 4 10 9 ...
Страница 12: ...12 73 74 76 77 75 78 13 11 12 7 2 8 11 6 5 13 3 9 12 10 14 1 4 15 15 16 12 11 14 ...
Страница 13: ...13 79 26 27 28 29 32 30 31 25 10 8 9 7 22 20 6 4 19 1 2 3 14 17 15 16 18 13 11 12 21 23 ...
Страница 209: ...209 ...
Страница 210: ...210 ...
Страница 211: ...211 ...