45
NEDERLANDS
7.
Wanneer u het gereedschap draagt, pakt u de
handgreep van het gereedschap vast. Pak de
slang niet vast en trek er niet aan.
Het gereed-
schap kan worden beschadigd en letsel kan wor
-
den veroorzaakt.
8.
Controleer na het oppompen van een voorwerp
de luchtdruk met behulp van een betrouwbaar
en gekalibreerd meetinstrument.
Gebruik
de drukmeter van het gereedschap slechts ter
referentie.
9.
Nadat het gereedschap gedurende 10 minuten
continu is gebruikt, stopt u het gebruik van het
gereedschap gedurende 5 minuten om het te
laten afkoelen. Gebruik het gereedschap niet
langer dan de maximaal toegestane continue
gebruiksduur.
Anders kan het gereedschap wor
-
den beschadigd en kan letsel worden veroorzaakt.
10.
Gebruik het gereedschap niet op zand of een
stoffige ondergrond.
Vreemde voorwerpen
kunnen binnendringen in het gereedschap en een
storing veroorzaken.
11.
Richt de uitgang van de slang niet op uzelf of
anderen.
Voorwerpen kunnen worden weggebla
-
zen en letsel veroorzaken.
12.
Richt de uitgang van de slang niet op stof en
dergelijke.
Het stof kan in het rond vliegen en
letsel veroorzaken.
13.
Pomp geen voorwerpen op met een grote
luchtinhoud.
Als u een voorwerp met een grote
luchtinhoud oppompt, kan het gereedschap bui
-
tensporig heet worden en brandwonden op uw
huid veroorzaken.
14.
Raak het gereedschap, de slang, de pomp
-
nippel en de adapter niet onmiddellijk na het
oppompen van een voorwerp aan.
De metalen
onderdelen kunnen bijzonder heet worden en
brandwonden op uw huid veroorzaken.
15.
Gebruik het gereedschap niet met natte
handen.
16.
Verzeker u ervan dat de slang niet verstrikt
raakt.
Door een verstrikt geraakte slang kunt
u uw evenwicht verliezen en kan letsel worden
veroorzaakt.
17.
Laat het gereedschap nooit onbeheerd achter
terwijl de slang is bevestigd aan het voorwerp
of terwijl het gereedschap in werking is.
18.
Gebruik het gereedschap niet als een
ademhalingsapparaat.
19.
Gebruik het gereedschap niet om chemicaliën
mee te spuiten.
Uw longen kunnen beschadigd
raken door het inademen van giftige dampen.
20.
Bedien het gereedschap in een open ruimte op
minstens 50 cm afstand van een muur of voor
-
werp dat de luchtstroming uit de ventilatieope
-
ningen kan hinderen.
21.
Haal het gereedschap niet uit elkaar.
22.
Gebruik uitsluitend standaardaccessoires
die zijn geleverd door Makita.
Het gebruik van
andere accessoires of hulpstukken kan gevaar
voor persoonlijk letsel opleveren.
23.
Voordat u een band oppompt, verzekert u
zich ervan dat er geen krassen of scheuren
in de band zitten.
Een beschadigde band kan
tijdens het oppompen uit elkaar klappen en letsel
veroorzaken.
24.
Sta tijdens het oppompen van een band niet
tegenover de wang van de band.
Belangrijke veiligheidsinstructies
voor een accu
1.
Lees alle voorschriften en waarschuwingen op
(1) de acculader, (2) de accu, en (3) het product
waarvoor de accu wordt gebruikt, alvorens de
accu in gebruik te nemen.
2.
Haal de accu niet uit elkaar en saboteer hem
niet.
Dit kan leiden tot brand, buitensporige hitte
of een explosie.
3.
Als de gebruikstijd van een opgeladen accu
aanzienlijk korter is geworden, moet u het
gebruik ervan onmiddellijk stopzetten.
Voortgezet gebruik kan oververhitting, brand
-
wonden en zelfs een ontploffing veroorzaken.
4.
Als elektrolyt in uw ogen is terechtgeko
-
men, spoelt u uw ogen met schoon water
en roept u onmiddellijk de hulp van een
dokter in. Elektrolyt in de ogen kan blindheid
veroorzaken.
5.
Voorkom kortsluiting van de accu:
(1)
Raak de accuklemmen nooit aan met een
geleidend materiaal.
(2)
Bewaar de accu niet in een bak waarin
andere metalen voorwerpen zoals spij
-
kers, munten e.d. worden bewaard.
(3)
Stel de accu niet bloot aan water of regen.
Kortsluiting van de accu kan oorzaak zijn van
een grote stroomafgifte, oververhitting, brand
-
wonden, en zelfs defecten.
6.
Bewaar en gebruik het gereedschap en de
accu niet op plaatsen waar de temperatuur kan
oplopen tot 50 °C of hoger.
7.
Werp de accu nooit in het vuur, ook niet wan
-
neer hij zwaar beschadigd of volledig versleten
is. De accu kan ontploffen in het vuur.
8.
Laat de accu niet vallen, sla er geen spijker in,
snijd er niet in, gooi er niet mee en stoot hem
niet tegen een hard voorwerp.
Dergelijke hande
-
lingen kunnen leiden tot brand, buitensporige hitte
of een explosie.
9.
Gebruik nooit een beschadigde accu.
10.
De bijgeleverde lithium-ionbatterijen zijn
onderhevig aan de vereisten in de wetgeving
omtrent gevaarlijke stoffen.
Voor commercieel transport en dergelijke door
derden en transporteurs moeten speciale vereis-
ten ten aanzien van verpakking en etikettering
worden nageleefd.
Als voorbereiding van het artikel dat wordt
getransporteerd is het noodzakelijk een expert op
het gebied van gevaarlijke stoffen te raadplegen.
Houd u tevens aan mogelijk strengere nationale
regelgeving.
Blootliggende contactpunten moeten worden
afgedekt met tape en de accu moet zodanig
worden verpakt dat deze niet kan bewegen in de
verpakking.