87
NEDERLANDS
VOORBEELD
In het geval u een kroon-profiellijst
zaagt van het type 52/38° voor gedeelte (1) in Fig.43
en 44:
•
Kantel de zaag naar de stand voor een schuine
hoek van 33,9° LINKS.
•
Stel een verstekhoek in van 31,6° RECHTS.
•
Leg de kroon-profiellijst op het gereedschap
met de achterkant (verborgen) naar onderen
gericht op het draaibaar voetstuk en de KANT
DIE TEGEN HET PLAFOND KOMT tegen de
geleider.
•
Het afgewerkte werkstuk dat u gaat gebruiken
ligt altijd LINKS van het zaagblad nadat het
zagen klaar is.
Voor een rechter schuine zaagsnede
Tabel (A)
Gedeelte
van de
profiellijst in
Fig.43 en 44
Schuine hoek
Verstekhoek
Hoek
52/38°
Hoek
45°
Hoek
52/38°
Hoek
45°
Binnenhoek
(1)
Rechts
33,9°
Rechts
30°
Rechts
31,6°
Rechts
35,3°
(2)
Links
31,6°
Links
35,3°
Buitenhoek
(3)
(4)
Rechts
31,6°
Rechts
35,3°
Tabel (B)
Gedeelte
van de
profiellijst in
Fig.43 en 44
Kant van de
sierlijst die tegen
de geleider moet
liggen
Afgewerkt
werkstuk
Binnenhoek
(1)
Kant die tegen
de wand komt
moet tegen de
geleider liggen.
Het afgewerkte
werkstuk ligt
aan de rech-
terkant van het
zaagblad.
(2)
Kant die tegen
het plafond komt
moet tegen de
geleider liggen.
Buitenhoek
(3)
Het afgewerkte
werkstuk ligt aan
de linkerkant van
het zaagblad.
(4)
Kant die tegen
de wand komt
moet tegen de
geleider liggen.
VOORBEELD
In het geval u een kroon-profiellijst
zaagt van het type 52/38° voor gedeelte (1) in Fig.43
en 44:
•
Kantel de zaagkop en zet hem vast op de instel-
ling voor een schuine hoek van 33,9° RECHTS.
•
Stel een verstekhoek in van 31,6° RECHTS.
•
Leg de kroon-profiellijst op het gereedschap met
de achterkant (verborgen) naar onderen gericht
op het draaibaar voetstuk en de KANT DIE
TEGEN DE WAND KOMT tegen de geleider.
•
Het afgewerkte werkstuk dat u gaat gebruiken
ligt altijd RECHTS van het zaagblad nadat de
zaagsnede is gemaakt.
Houten hulpstuk
Het gebruik van een houten hulpstuk helpt om splinter-
vrije sneden te krijgen. Gebruik de gaten in de geleider
om een houten hulpstuk aan de geleider te bevestigen.
Zie de afbeelding voor de afmetingen van een dergelijk
houten hulpstuk.
►
Fig.45:
1.
Gaten
LET OP:
Gebruik als houten hulpstuk een recht
stuk hout van gelijke dikte.
WAARSCHUWING:
Bevestig het houten
hulpstuk aan de geleider met behulp van schroe-
ven. De schroeven moeten zodanig worden
gemonteerd dat de schroefkoppen onder het
oppervlak van het houten hulpstuk vallen zo
dat ze niet in de weg zitten van het werkstuk dat
wordt gezaagd.
Als het werkstuk dat wordt gezaagd
verkeerd is uitgelijnd, kan het tijdens het zagen
onverwacht gaan bewegen, wat kan leiden tot verlies
van controle over het gereedschap en ernstig per-
soonlijk letsel.
KENNISGEVING:
Als het houten hulpstuk op de gelei-
der is bevestigd, mag u het draaibaar voetstuk niet
meer draaien terwijl het handvat omlaag staat. Als u dit
doet, kan het zaagblad en/of het houten hulpstuk wor-
den beschadigd.
Steeds dezelfde lengte afzagen
LET OP:
Voor een gereedschap dat is uitgerust
met steunstangen en steunstanghouders als stan-
daard toebehoren, is dit type gebruik niet toegestaan
volgens de regelgeving van het land.
►
Fig.46:
1.
Aanzetplaat
2.
Steunstang
3.
Schroef
Als u meerdere werkstukken op dezelfde lengte wilt
afzagen, van 220 mm tot 385 mm, kunt u efficiënter
werken door gebruik te maken van de aanzetplaat
(optioneel accessoire). Monteer de aanzetplaat op de
steunstang (optioneel accessoire) zoals afgebeeld.
Breng de zaaglijn op uw werkstuk op één lijn met de
linkerzijde of de rechterzijde van de groef in de zaags
-
nedeplaat. Houd het werkstuk vast zodat het niet kan
bewegen, en plaats de aanzetplaat vlak tegen het einde
van het werkstuk. Zet daarna de aanzetplaat vast met
de schroef. Wanneer u de aanzetplaat niet gebruikt,
draait u de schroef los en draait u de aanzetplaat uit de
weg.
OPMERKING:
Door de houder/stang montage (opti-
oneel accessoire) te gebruiken, kunt u stukken met
dezelfde lengte van maximaal 2.200 mm zagen.
Groeven zagen
►
Fig.47:
1.
Groeven zagen met het zaagblad
U kunt als volgt een groef in een werkstuk zagen:
Stel de laagste positie van het zaagblad in met behulp
van de stelschroef en de aanslagarm, om de zaag-
diepte van het zaagblad te beperken. Zie het tekstdeel
"Aanslagarm" hierboven.
Nadat de laagste positie van het zaagblad is ingesteld,
kunt u evenwijdige groeven over de breedte van het
werkstuk zagen door gebruik te maken van de methode
voor schuivend (duwend) zagen, zoals aangegeven in
de afbeelding. Verwijder daarna het werkstukmateriaal
tussen de groeven met behulp van een beitel.
Содержание DLS713
Страница 2: ...2 Fig 1 1 Fig 2 1 181 mm 181 mm ɸ8 5 x 2 Fig 3 1 Fig 4 4 3 1 2 Fig 5 1 2 3 Fig 6 1 2 3 Fig 7 ...
Страница 3: ...3 1 Fig 8 1 2 Fig 9 1 Fig 10 1 Fig 11 1 2 Fig 12 1 2 3 4 5 Fig 13 1 2 3 Fig 14 2 3 1 Fig 15 ...
Страница 4: ...4 1 2 Fig 16 1 Fig 17 1 2 3 4 5 Fig 18 1 2 Fig 19 1 2 3 Fig 20 1 2 Fig 21 1 2 3 Fig 22 1 2 Fig 23 ...
Страница 6: ...6 Fig 32 1 2 3 Fig 33 1 2 Fig 34 6 1 3 5 4 2 7 Fig 35 1 2 3 4 Fig 36 1 2 Fig 37 2 1 Fig 38 1 2 Fig 39 ...
Страница 8: ...8 1 Fig 48 Fig 49 1 2 Fig 50 1 2 Fig 51 1 2 3 Fig 52 2 1 5 4 3 Fig 53 1 2 3 Fig 54 1 2 3 Fig 55 ...
Страница 9: ...9 1 Fig 56 1 Fig 57 1 2 Fig 58 ...