-41-
-
Voorkom scherpe knikken in de kabel. Wikkel
vooral bij het transport en het opslaan van de
machine de kabel niet om de machine heen.
-
Werkzaamheden aan de elektrische delen van de
machine mogen enkel door een vakman worden
uitgevoerd.
-
Bewaart u de machine op droge, afgesloten
plekken buiten de reikwijdte van kinderen op.
Niet toegepast mogen worden:
-
zaagbanden met scheuren en zulke die
gedeformeerd zijn.
-
stompe zaagbanden wegens afspringen van de
bandzaagrol.
-
zaagbanden van dikker dan 0,65 mm.
Instructies met betrekking tot het gebruik van
persoonlijke veiligheidsuitrustingen:
-
Draag bij het werk altijd een gehoorbescherming.
-
Draag bij het werk altijd een stofmasker.
Aanwijzingen met betrekking tot het bedrijf:
-
Machine slechts uitgeschakeld aan het net
aansluiten.
-
Zorgt u voor een vrije en antislip-zekere
standplaats met voldoende verlichting.
-
Controleer of de zaagband goed gespannen is de
de beschermafdekkingen aangebracht zijn voordat
de zaag wordt ingeschakeld.
-
Voor werktuigwissel, instelwerkzaamheden en
voor het verhelpen van storingen (hiertoe behoort
ook het verwijderen van vastgeklemde splinters)
dient de netstekker uit het stopcontact te worden
genomen.
-
Bewerkt u geen werkstukken die voor het
prestatievermogen van de machine te klein of te
groot zijn.
-
Borg indien mogelijk het werkstuk tegen
wegglijden, bijv. door lijmklemmen.
-
Veiligheidsafdekkingen aan de machine alleen
voor de werktuigwissel verwijderen. Geen
werkzaamheden zonder veiligheidsafdekkingen!
-
Begin met het snijden van het werkstuk pas,
wanneer het zaagband zijn vol toerental heeft
bereikt.
-
Controleer het werkstuk op vreemde voorwerpen.
Niet in metalen onderdelen, bv nagels zagen.
-
Bij het zagen moet de aansluitkabel altijd naar
achteren van de machine weg leiden (afb. 6).
-
Past u de aanvoer bij het zagen van de
materiaaldikte aan. Een te vlug voorschuiven leidt
tot overbelasting van de motor, tot onzuivere
zaagsneden en tot een sneller afstompen van het
zaagband.
-
Grijp gedurende het snijden nooit voor resp. onder
het werkstuk (gevaar van verwondingen!).
-
Het
zaagband
mag
niet
door
zijdelings
tegendrukken worden geremd.
-
Verwijder de machine pas dan van het werkstuk,
wanneer het zaagband tot stilstand is gekomen.
-
Nooit bij draaiende machine aan de spanenuitgooi
of in het zaagband grijpen.
-
Gebruik alleen zaagbanden met de in deze
gebruiksaanwijzing vermelde gegevens.
Opmerkingen met betrekking tot onderhoud en
reparatie:
-
De regelmatige reiniging van de machine, vooral
van de verstelvoorzieningen en de geleidingen,
vormt een belangrijke veiligheidsfactor.
-
Er mogen enkel originele MAFELL-reseverdelen
en toebehoren worden toegepast. Anders bestaat
er geen garantieclaim en geen aansprakelijkheid
door de fabrikant.
4 Voorbereiden / Instellen
4.1 Netaansluiting
Let voor de ingebruikname erop dat de netspanning
met de op het vermogensplaatje van de machine
vermelde bedrijfsspanning overeenstemt.
Draairichting
De aangedreven bandzaagrol draait van voren uit
bezien rechts om.
4.2 Afzuigen van de spanen
Bij alle werkzaamheden, waarbij een aanzienlijke
hoeveelheid stof ontstaat, sluit de machine aan een
geschikte externe afzuigvoorziening aan. De
luchtsnelheid moet ten minste 20 m/s bedragen.
De binnendiameter van de afzuigopening bedraagt 35
mm.