-53-
-
De regelmatige reiniging van het toestel is een
belangrijke veiligheidsfactor. Trek vóór het begin
van deze werkzaamheden de netstekker uit.
-
Het toestel dient op oneffen ondergrond zo te
worden geplaatst, dat het nog kan kippen nog kan
wegrollen (stuurrollen vergrendelen).
-
Om het toestel veilig te kunnen exploiteren en
onderhouden, dient de opstelplaats zo te worden
gekozen dat zijdelingse afstanden van 0,3 m en
een binnenwerkse hoogte van 2 m blijft
gewaarborgd.
-
De gereinigde lucht mag alleen in zulke
werkruimtes worden teruggevoerd, waaruit ze
werd afgezogen; d.w.z., elektrisch gereedschap en
de stofafzuiger mogen alleen in dezelfde
werkruimte worden geëxploiteerd.
-
Bij uittreden van schuim of water meteen
uitschakelen. Bak en evt. vouwfilter ledigen.
-
Zuur, aceton en oplosmiddelen kunnen delen van
het toestel etsen.
-
Laat het toestel niet zonder toezicht. Trek bij
langere onderbreking van de werkzaamheden de
netstekker uit het stopcontact.
-
Wanneer de aansluitkabel van het toestel wordt
beschadigd, moet deze door een bijzondere
aansluitkabel worden vervangen die bij de
fabrikant of zijn klantendienst verkrijgbaar is.
-
Laat reparaties uitsluitend door vakmensen, bv
klantenservice,
uitvoeren.
Niet
deskundig
gerepareerde toestellen zijn een gevaar voor de
gebruiker.
-
Gebruik uitsluitend originele reserve-, toebehoren-
en speciale onderdelen van MAFELL.Anders
bestaat er geen garantieclaim en geen
aansprakelijkheid door de fabrikant.
-
Andere werkzaamheden dan hier beschreven,
mogen niet worden uitgevoerd.
-
Bij een onttrekken aan de eigenlijke bestemming of
niet
deskundige
reparatie
wordt
geen
aansprakelijkheid voor eventuele beschadigingen
aanvaard.
4
Voorbereiden / Instellen
4.1
Montage
Let erop dat de beide tandsluitingen van de bak
veilig in de uitsparingen aan de motorkap zijn
vastgeklikt.
Steek het afzuigslangstuk over de zuigopening
van de bak en draai hem tot het slangstuk
vastklikt.
4.2
Netaansluiting
Het afzuigapparaat S 25 M / S 25 L is geaard
conform klasse I en mag daarom enkel aangesloten
worden op stopcontacten met massakabel.
Let er vóór ingebruikneming op dat de netspanning
met de op het typeplaatje van het toestel vermelde
bedrijfsspanning overeenstemt.
4.3
Wissel van de vouwfiltercassette
Schud de vouwfiltercassette voordat het filter
vervangen wordt.
Draai met een munt of een soortgelijk voorwerp
de sluiting 7 (afb. 1) aan de grendel 9 met 90°
tegen de wijzers van de klok in en druk grendel
9 naar achteren.
Klap de kap open en neem de filtercassette 5
(afb. 5) naar boven weg.
De verwijderde vouwfiltercassettes onmiddellijk
in een stofdichte plastic zak sluiten en volgens
de voorschriften wegdoen.
Plaats een nieuwe filtercassette en let hierbij op
een feilloze en stevige plaatsing van de filters.
Klap de kap omlaag en breng hem door een
licht druk op de grendel 9 (afb. 1) in de
uitgangspositie. Het apparaat is weer
afgesloten.
4.3.1
Wissel van het motorbeveiligingsfilter
Naast de vouwfiltercassettes bevinden zich de
motorveiligheidsfilters 6 (afb. 2). Wanneer ze sterk
zijn vervuild, uitwassen en geheel droog weer
inzetten. Beschadigde motorveiligheidsfilters moeten
worden vervangen.