133
9 - INFORMATIE MET BETREKKING TOT
DE WERKINGSCONTROLE
9.1 DE MACHINE WERKT NIET
De sleutel is niet geplaatst of niet correct
omgedraaid.
Steek de sleutel in het contactslot en draai de
sleutel in de stand ON [AAN].
De accustekker is losgekoppeld of slecht aan de
kabelstekker bevestigd.
Koppel de twee stekkers stevig aan elkaar.
Het machine wordt opgeladen.
Voltooi het laden van de accu.
De accu's zijn leeg.
Laad de accu's op.
9.2 DE BORSTEL DRAAIT NIET
De schakelaar van de borstelmotor is niet
ingeschakeld.
Druk op de knop om de borstels te activeren.
De thermische zekering van de borstelmotor is
doorgeslagen: de motor is oververhit.
Los de oorzaak op (kabels en dergelijke die de
beweging verhinderen, oppervlak te ruw, enz.)
en druk op de resetknop (de eerste van boven).
De motorrelais of de borstelmotor is kapot.
Vervang het.
9.3 NIET GENOEG OF TEVEEL
REINIGINGSOPLOSSING
De schoonwatertank is leeg.
Vul de schoonwatertank nadat u de vuilwatertank
hebt geleegd.
Het schoonwaterkraantje is dicht of vrijwel dicht.
Pas de uitstroom van de reinigingsoplossing aan
of verhoog deze door aan de uitstroomhendel
te draaien.
Het schoonwaterfilter is vuil en ergens verstopt.
Open het filter, verwijder het vuil en reinig het
filter.
9.4 GEEN ZUIGKRACHT
De zuigslang is niet verbonden met de
vloerwisser.
Sluit deze correct aan.
De zuigslang of de leiding van de vloerwisser is
verstopt.
Verwijder eventuele obstakels van de leidingen
en reinig ze.
De zuigmotor uitgeschakeld.
Zet de zuigmotor aan.
De vuilwatertank is vol.
Leeg de vuilwatertank.
De zuigmotor krijgt geen stroom of is
doorgebrand.
Controleer de aansluitingen en, in het laatste
geval, vervang de motor.
9.5 ONVOLDOENDE ZUIGKRACHT
De kap van het zuigcompartiment is niet goed
gesloten.
Doe de kap goed dicht.
De zuigslang of de leiding van de vloerwisser is
verstopt.
Verwijder eventuele obstakels van de leidingen
en reinig ze.
9.6 DE BORSTELMOTOR OF DE
ZUIGMOTOR KAN NIET STOPPEN
Zet de machine stil, schakel de netstroom uit en
koppel de hoofdstekker van de accu los; neem
contact op met het technisch servicecentrum.
9.7 DE VLOERWISSER REINIGT OF
DROOGT NIET EFFICIëNT
De wisserbladen zijn versleten of slepen vast vuil
met zich mee.
Reinig of vervang ze.
De vloerwisser is niet correct ingesteld: de
voorwaartse beweging moet exact loodrecht op
de looprichting staan.
Stel de vloerwisser opnieuw af.
De zuigslang of de leiding van de vloerwisser is
verstopt.
Verwijder eventuele obstakels van de leidingen
en reinig ze.
9.8 DE ACCULADER WERKT NIET
Het laden van de accu's begint niet.
Controleer of de acculader op de accu is
aangesloten.Raadpleeg de handleiding van de
acculader.
9.9 DE ACCU'S LADEN NIET OF DE
LADING WORDT NIET VASTGEHOUDEN
De accu's zijn nieuw en genereren geen 100%
van de nominale prestaties.
De accumulator bereikt het maximale vermogen
na 20-30 volledige laadcycli.
De elektrolyt is verdampt en bedekt de platen
niet meer volledig.
Controleer de gebruikershandleiding en
onderhoudshandleiding van de fabrikant.
Er zijn significante verschillen in dichtheid tussen
de verschillende elementen.
Vervang de kapotte accu.
Raadpleeg altijd de gebruikershandleiding
en onderhoudshandleiding van de accu en
acculader.Als dit het probleem niet oplost,
moet u contact opnemen met het erkende
technisch servicecentrum.
De fabrikant KANT GEEN problemen
oplossen die veroorzaakt zijn door het
gebruik van accu's en acculaders die niet zijn
meegeleverd.