
een val heeft gevangen.
enkel de harnasgordel in overeenstemming met EN 361 is het enige toegestane apparaat
die het lichaam van de gebruiker in valbeveiligingssystemen ondersteunt.
het valbeveiligingssysteem mag alleen worden bevestigd aan de punten (gespen, lussen)
van de harnasgordel met een hoofdletter "A“
verankeringspunt (-apparaat) van de valbeveiliging dient een stabiele constructie te
hebben en een positie die de valmogelijkheid beperkt en de lengte van vrije val
minimaliseert. De verankeringspunt van het apparaat dient zich boven de werkplek van
de gebruiker te bevinden. De vorm en constructie van de verankeringspunt van het
apparaat moet een vaste verbinding van het apparaat verzekeren en mag niet tot toevallig
ontbinden leiden. De minimale sterkte van het verankeringspunt van het apparaat moet 12
kN zijn. Het wordt aanbevolen om gecertificeerde en gemarkeerde verankeringspunten
van het apparaat te gebruiken die in overeenstemming zijn met EN 795.
man dient absoluut de vrije ruimte onder de werkplek te controleren waar de persoonlijke
valbescherming wordt gebruikt, om stoten tegen objecten of lagere oppervlakte tijdens de
valbeveiliging te vermijden. De waarde van de vereiste vrije ruimte onder de werkplek
dient in de gebruiksaanwijzing van de gebruikte beschermingsmiddelen te worden
gecontroleerd.
bij gebruik van de apparatuur moet deze regelmatig worden gecontroleerd op gevaarlijke
signalen en schade op de werking en veiligheid van de apparatuur, met name: lussen en
verschuivingen op scherpe randen, slingervallen, elektrische geleidbaarheid, eventuele
schade zoals snijwonden, slijtage, corrosie, interactie van extreme temperaturen,
negatieve invloed van klimatologische factoren, effecten van chemicaliën.
de persoonlijke beschermingsmiddelen dienen in verpakking te worden getransporteerd
die ze tegen beschadiging of bevochtiging beschermd, d.w.z. in zakken van
geïmpregneerd laken of in stalen of kunststof koffers of kasten.
de persoonlijke beschermingsmiddelen dienen te worden gereinigd en gedesinfecteerd op
een manier die het materiaal (grondstof) waarvan het apparaat is gemaakt, niet
beschadigd. Voor textielproducten (banden, kabels) reinigingsmiddelen voor fijn textiel
gebruiken. Ze kunnen met de hand of in de wasmachine worden gereinigd. Men dient ze
nauwkeurig te spoelen. De schokdempers mogen alleen met een vochtige doek worden
schoongemaakt. Dompel de schokdemper niet onder in water. Kunststofelementen enkel
in water wassen. Het apparaat dat tijdens reiniging of bij gebruik nat is geworden dient
nauwkeurig te worden gedroogd in natuurlijke omgeving, ver van warmtebronnen. Metalen
onderdelen en mechanismen (veren, scharnieren, haken e.d.) mogen periodiek licht
worden gesmeerd om hun werking te verbeteren.
De persoonlijke beschermingsmiddelen dienen te worden opgeslagen los verpakt, in goed
geventileerde, droge ruimte, beveiligd tegen werking van het licht, de UV-straling, stoffen,
scherpe voorwerpen, extreme temperaturen en bijtende stoffen.
het gebruik van het bankje in combinatie met valbeveiligingsapparaten moet met
geldende standaarden en handleidingen overeenstemmen:
- EN 353-1, EN 353-2, EN 354, EN 355, EN 360 – voor valstopsystemen;
- EN 362 – voor verbindingselementen;
- EN341, EN1496, EN1497, EN1498 – voor reddingapparatuur;
- EN 361 – voor de harnasgordels;
- EN 813 – voor heupgordels;
- EN 358 – voor uitrusting voor werkplekpositionering;
- EN 795 – voor verankeringselementen.
LANEX a.s., Hlučínská 1/96, 747 23 Bolatice, Česká republika, www.lanex.cz,
TEL.: +420 553 751 111, FAX: +420 553 654 125, E-MAIL: [email protected]
De aangemelde instantie waar het EU certificaat in overeenstemming met de verordening
2016/425 is afgegeven:
APAVE SUD EUROPE SAS (no 0082) - CS 60193 - F13322 MARSEILLE CEDEX 16 -
FRANCE
Aangemelde instelling verantwoordelijk voor toezicht op productie:
APAVE SUD EUROPE SAS (no 0082) - CS 60193 - F13322 MARSEILLE CEDEX 16 -
FRANCE
GEBRUIKSKAART
SERIENUMMER
Het bedrijf waar het apparaat wordt gebruikt is verantwoordelijk voor de inschrijvingen in de gebruikskaart.
De gebruikskaart moet worden ingevuld voor de eerste ingebruikname van het apparaat door de
verantwoordelijke persoon op de werkplek voor de beschermende uitrusting. Informatie over periodieke
fabrieksinspecties, reparaties en redenen voor het buiten gebruik stellen van het apparaat worden door
een verantwoordelijke persoon op de werkplek voor periodieke inspecties van beschermingsmiddelen. De
gebruikskaart dient in de hele gebruiksperiode van de apparatuur te worden bewaard. Het is niet
toegestaan om persoonlijke beschermingsmiddelen zonder ingevulde gebruikskaart te gebruiken.
MODEL EN TYPE VAN HET APPARAAT
PERIODIEKE EN SERVICE KEURING
CATALOGUSNUMMER
PRODUCTIEDATUM
DATUM INSCHRIJVING VAN
DE GEBRUIKER
AANKOOPDATUM
DATUM
VOLGENDE
KEURING
DATUM
KEURING
OORZAAK TECHNISCHE
KEURING/REPARATIE
GENOTEERDE SCHADES,
UITGEVOERDE
REPARATIES
VOOR- EN ACHTERNAAM EN
HANDTEKENING VAN DE
VERAANTWOORDELIJKE
PERSOON
NAAM VAN DE GEBRUIKER