6-6
A-61500_nl mei 2010
Berichtenlijst voor
i600 Series-scanner
Hieronder vindt u een lijst van de berichten (in alfabetische volgorde)
die kunnen verschijnen en de te nemen maatregelen.
Berichten
ID-nr.
Operatorbericht
Achtergrondaccessoire
verandert tijdens opstarten
381
Het achtergrondaccessoire is veranderd tijdens het inschakelen
van de scanner.
• Schakel de scanner uit, wacht enkele seconden en schakel de
scanner weer in.
• Als u dit bericht krijgt en u het achtergrondaccessoire niet hebt
veranderd, reinigt u de scanner.
Kabel niet aangesloten
319
Een apparaat op de FireWire-bus is losgekoppeld en vervolgens
weer aangesloten.
• Controleer of alle FireWire-aansluitingen goed vastzitten.
Kalibreren mislukt
106, 331
• Reinig de imaginggeleiders. Zie hoofdstuk 5
Onderhoud
voor
procedures.
• Probeer de scanner opnieuw te kalibreren. Zorg dat u het juiste
kablibratieblad gebruikt. Zie hoofdstuk 3 "De scanner kalibreren".
• Het kalibratieblad is te klein. Voor beeldkalibratie moet een
kalibratieblad van 12 x 12 inch worden gebruikt.
• Het kalibratieblad is te smal.
• Bel service als het probleem zich blijft voordoen.
Kalibreren geslaagd
105, 342
Informatiebericht.
De scanner is met succes gekalibreerd.
Bel voor service
Veel
ID-nummers
Er is een conditie gevonden die mogelijk moet worden hersteld.
• Schakel de scanner uit, wacht enkele seconden en schakel de
scanner weer in.
• Bel service als het probleem blijft bestaan en vermeld het
ID-nummer van de fout.
Kan niet kalibreren met witte
achtergrond
184
In de printer is zowel een voorste als achterste printkop
geïnstalleerd. Er kan slechts één printkop tegelijk geïnstalleerd zijn.
• Verwijder een van de printkoppen.
Apparaat werkt niet wanneer
beide printers zijn
geïnstalleerd.
90
Het witte achtergrondaccessoire is in de scanner geïnstalleerd
terwijl de scanner een kalibratiebewerking probeert uit te voeren.
• Verwijder het witte achtergrondaccessoire voordat u de
scanner kalibreert.
Controleer
documentvoorbereiding
123, 135, 81 • De ruimte tussen de documenten is te klein.
• Zorg dat de randen die het eerst worden ingevoerd, netjes op
elkaar liggen. Zie hoofdstuk 3 "Documenten voorbereiden"
voor meer informatie.
• Controleer de conditie van de invoermodule, de
scheidingsrolbanden en het pre-separatieblad. Reinig en
vervang deze indien nodig.
Imaginggeleiders en lampen
controleren
149, 178, 139 • Controleer of de imaginggeleiders correct zijn geïnstalleerd.
Zie hoofdstuk 5
Onderhoud
.
• Reinig beide zijden van de imaginggeleiders en de glasplaat
tussen de lampen.
• Controleer of het witte gebied op de imaginggeleiders schoon
en in goede conditie is.
• Bel service als het probleem zich blijft voordoen.
Onderste imaginggeleider
reinigen
294
De onderste imaginggeleider is vuil of er bevindt zich mogelijk
een klein stukje papier in het gebied van de imaginggeleider.
• Reinig de imaginggeleiders. Zie hoofdstuk 5
Onderhoud
voor
procedures.