Onderhoud
135 / 168
V 1.0
Visuele inspectie van de voedingskabels
De voedingskabels moeten worden onderzocht op blazen, scheuren, krassen, schuurplekken en/of drukplaatsen.
Als schade wordt vastgesteld, moet de beschadigde voedingskabel onmiddellijk worden vervangen.
De kabels mogen uitsluitend door de fabrikant of een geautoriseerde c.q. gecertificeerde servicewerkplaats worden
vervangen. De pomp mag pas opnieuw in bedrijf worden gesteld nadat de schade vakkundig verholpen is!
Visuele inspectie van de kabelhouders (karabijnhaken) en kabelspanners (trekkabel)
Wanneer de pomp in een bad c.q. schachten wordt gebruikt, worden de hijskabels/kabelhouders (karabijnhaken)
en de kabelspanners aan een voortdurende slijtage blootgesteld. Om te voorkomen dat de hijskabels/kabelhouders
(karabijnhaken) en/of kabelspanners totaal verslijten en de voedingskabel wordt beschadigd, moeten regelmatig
controles worden uitgevoerd.
De hijskabels/kabelhouders (karabijnhaken) en de kabelspanners moeten al bij geringe slijtageverschijnselen
onmiddellijk worden vervangen!
Visuele inspectie van de toebehoren
De toebehoren, zoals bijv. inhangvoorzieningen, hijsvoorzieningen enz., moeten op goed vastzitten worden
gecontroleerd. Losse en/of defecte toebehoren moeten onmiddellijk gerepareerd c.q. vervangen worden.
Optische controle bij pompen met olieblokkeerkamer (uitvoering zonder koelmantel)
Oliepeil en staat van de olie:
de toestand van de glijringafdichtingen kan door middel van een optische controle van de olie worden gecontroleerd.
De pomp horizontaal neerleggen, zodat de controleplug van de oliekamer (bij grotere pompen: één van beide
controlepluggen) aan de bovenkant ligt.
De pluggen verwijderen en een beetje olie uitnemen. Wanneer de olie troebel of melkachtig is, duidt dit op een
beschadigde askeerring. In dat geval de toestand van de askeerringen door de servicedienst van KESSEL laten
controleren.
Functiecontrole van alle veiligheids- en monitorsystemen
Monitorsystemen zijn bijv. temperatuursensoren in de motor, motorbeveiligingsrelais, beveiligingsrelais tegen te
hoge spanning enz. Motorbeveiligingsrelais en beveiligingsrelais tegen te hoge spanning alsmede andere soorten
schakelaars kunnen over het algemeen voor het testen worden geactiveerd. Om de temperatuursensoren te
kunnen testen, de pomp eerst tot de omgevingstemperatuur laten afkoelen en de elektrische aansluiting van de
bewakingsvoorziening in de schakelkast loskoppelen. De bewakingsvoorziening wordt dan met behulp van een
ohmmeter gecontroleerd. Hierbij moeten de onderstaande waarden worden gemeten:
Bi-metaalvoeler: waarde gelijk aan „0“ - geen weerstand
Bij grotere afwijkingen moet contact met de fabrikant worden opgenomen!
De controle van de veiligheids- en monitorsystemen van de hijsvoorziening staan vermeld in de desbetreffende
bedrijfshandleiding.