Tijdens de tussentijdse opslag van de afscheider en tot en
met de voltooiing van de inbouwwerkzaamheden moeten
op de bouwplaats geschikte beveiligingsmaatregelen wor-
den getroffen om ongelukken en beschadigingen van de af-
scheider te beletten.
Het hoofdstuk Veiligheidsinstructies moet in acht worden
genomen!
5.1 Inbouwvoorwaarden
De inbouw dient uitsluitend te worden uitgevoerd door bedrijven
die beschikken over vakervaring, geschikte apparaten en voor-
zieningen en toereikend geschoold personeel.
De bodemgesteldheid moet vastgelegd zijn met het oog op
bouwtechnische geschiktheid (bodemclassificatie voor bouw-
technische doeleinden DIN 18196). De maximaal optredende
grondwaterstand moet vastgesteld zijn. Bij waterdichte bodems
is dwingend vereist dat kwelwater voldoende afgevoerd wordt
(drainage). De optredende soorten belasting zoals max. ver-
keersbelasting en inbouwdiepte moeten opgehelderd zijn.
De afscheiders voor plaatsing in de grond moeten buiten het
gebouw zo dicht mogelijk bij de afvoeren worden ingebouwd. In
voorkomende gevallen moeten de aansluitleidingen van de toe-
voer naar de afscheider met thermische isolatie of verwarmd
worden aangelegd. Door gebruik te maken van telescopische
opzetstukken wordt de vereiste vorstvrije inbouwdiepte bereikt
en wordt een eenvoudige aanpassing aan de toe- en afvoerlei-
ding (kanaal) tot stand gebracht. De afdekkingen voor de bela-
stingsklassen A / B / D zijn stankdicht en komen overeen met
EN 124.
Op de toe- en afvoer van de afscheidingsinstallatie mogen af-
valwaterbuizen en vormstukken worden aangesloten van
- polyvinylchloride (PVC-U ) conform DIN EN 1401-1 in combi-
natie met DIN 19534-3,
- polyethyleen (PE) conform DIN EN 12666-1 in combinatie met
DIN 19537-3 of
- polypropyleen (PP) conform DIN EN 1852-1
In beginsel moeten de voorschriften uit DIN EN 124 en DIN EN
476 worden aangehouden.
Zij moeten voor reiniging en onderhoud gemakkelijk toegankelijk
zijn. Het is verboden vergrendelde of ontluchte afdekkingen te
gebruiken.
Pomp- of opvoerinstallaties mogen niet worden ingebouwd in
de toevoer vóór de afscheider. Als deze nodig zijn, moeten zij
achter de afscheider worden geïnstalleerd.
Voor een veilig gebruik van de installatie adviseert KESSEL op
locatie een oversteek aan te brengen en bovendien een waar-
schuwingsinstallatie te monteren. Vóór het opvullen van de bou-
wput moeten de nodige montagevoorwaarden worden gescha-
pen.
Afscheidingsinstallaties moeten zodanig worden ingebouwd dat
de bovenrand van de afdekkingen hoog genoeg geplaatst is ten
opzichte van het beslissende niveau van het af te wateren vlak
(zie afbeelding 1).
De vloeistofspiegel in de afscheider ligt altijd hoger dan de wa-
terspiegel in het afwateringssysteem vanwege het verschil in
dichtheid van lichte vloeistof ten opzichte van water.
Als beslissend niveau geldt de hoogst mogelijke stuwhoogte
van regenwater, als afvalwater en regenwater bij elkaar worden
gebracht.
Als uitsluitend regenwater wordt ingebracht, geldt de bovenrand
van de laagst aangesloten afvoer als beslissend niveau. De
noodzakelijke oversteek is afhankelijk van de nominale grootte
van de afscheider (zie hoofdstuk Technische gegevens).
Als deze ophoging niet kan worden aangehouden, moet een
waarschuwingsvoorziening voor lichte vloeistoffen worden in-
gebouwd.
Bedrijfsklare afscheidingsinstallatie
Afscheiders van lichte vloeistof moeten op locatie worden be-
veiligd tegen opstuwing uit het riool.
KESSEL adviseert de volgende beschermende voorzieningen:
Afvoerpunt
Afscheider
Bescherming tegen opstuwing
Binnen een Oversteek
Terugstroomafsluiter
gebouw aanwezig
Buiten een Geen oversteek Terugstroomafsluiter
gebouw
Binnen een Oversteek Terugstroomafsluiter
gebouw aanwezig
Buiten een Geen oversteek Opvoerinstallatie
gebouw
Attentie a.u.b.:
Van het weer afhankelijke invloeden of afkoeling van de tank ti-
jdens de installatiefase (door vulling met koud water) kunnen bij
waterreservoirs, in de grond ingebouwde afscheiders en kleine
zuiveringsinstallaties leiden tot van de catalogusopgaven afwi-
jkende afmetingen. Controleer daarom vóór de installatie met
name de hoogteopgaven op hun werkelijke afmeting.
5. Inbouw en montage
106
Entwässernde Fläche
Überstand/
Überhöhung
Oberkante Abdeckung
Op afbeelding staan tanks
Afbeelding 1
Bovenkant afdekking
Af te wateren vlak
versteek/
verhoging
Содержание 99403.10B
Страница 144: ...12 DOP Deklaracja wla ciwo ci 144...
Страница 145: ...12 DOP Deklaracja wla ciwo ci 145...
Страница 146: ...12 DOP Deklaracja wla ciwo ci 146...
Страница 147: ...147...