-
4
Deksel van het schoonwaterreservoir
openen.
Vers water (maximum 60 °C) tot 15 mm
onder de bovenkant van het reservoir
vullen.
Vullen met reinigingsmiddel.
Instructie:
Als eerst reinigingsmiddel en vervolgens
water in het reinigingsmiddelreservoir
wordt gegoten, kan dat tot sterke schuim-
vorming leiden.
Deksel van het schoonwaterreservoir
sluiten.
Instructie:
Vul het schoonwaterreservoir voor de eer-
ste inbedrijfstelling volledig om het water-
leidingsysteem te ontluchten.
Waterslang aansluiten aan de aansluit-
mof van het vulsysteem.
Open de watertoevoer.
Wanneer het maximale vulpeil bereikt
is, stopt de ingebouwde vlotterklep de
watertoevoer.
Watertoevoer sluiten.
Waterslang verwijderen.
Aan het schoon water wordt op de weg
naar de reinigingskop door een doseerap-
paraat reinigingsmiddel toegevoegd.
Reinigingsmiddelfles in het apparaat
plaatsen.
Dop van de fles losdraaien.
Zuigslang van het doseerapparaat in de
fles steken.
Instructie:
Met de doseerinrichting kan maximum 3%
reinigingsmiddel gedoseerd worden. Bij
een hogere dosering moet het reinigings-
middel in het schoonwaterreservoir gego-
ten worden.
LET OP
Gevaar voor verstopping door opgedroogd
reinigingsmiddel bij toevoeging van het rei-
nigingsmiddel in het schoonwaterreservoir
van de variant Doos. De debietmeter van
de doseerinrichting kan verkleven door op-
gedroogd reinigingsmiddel en het functio-
neren van de doseerinrichting verhinderen.
Schoonwatertank en apparaat vervolgens
spoelen met zuiver water. Voor het spoelen
reinigingsprogramma met opdracht voor
water op de programmakeuzeschakelaar
instellen. Waterhoeveelheid op de hoogste
waarde instellen, reinigingsmiddeldosering
op 0% zetten
Instructie:
Het apparaat beschikt over een verswater-
niveau-indicatie op het display. Bij een leeg
schoonwaterreservoir wordt de dosering
van het reinigingsmiddel uitgezet. De reini-
gingskop werkt zonder vloeistoftoevoer
verder.
Afbeelding 7, zie omslagpagina
1
Rijden
Naar gebruiksplaats rijden.
2 Schuurzuigen
Vloer met nat reinigen en vuil water op-
zuigen.
3 Natschrobben
Vloer nat reinigen en reinigingsmiddel
laten inwerken.
4 Zuigen
Vuil opzuigen.
5 Polijsten
Vloer zonder vloeistof polijsten.
6 Schuurzuigen zonder water (polijstzuigen)
Vloer polijsten zonder vloeistof en po-
lijststof opzuigen.
Instructie:
Om het geselecteerde programma uit te
voeren, moeten bovendien, afhankelijk van
het programma, de zuigbalk en reinigings-
kop met de juiste bedieningselementen
worden neergelaten.
Met de infotoets worden menupunten ge-
selecteerd en instellingen uitgevoerd.
– Rechts-/Links bladert vooruit/achteruit
door de menu's.
– Indrukken voor de geselecteerde instel-
ling te kiezen.
In het bedienersmenu worden instellingen
voor de verschillende reinigingsprogram-
ma's uitgevoerd. Afhankelijk van het reini-
gingsprogramma zijn verschillende para-
meters instelbaar. De instellingen worden
met de Infobutton uitgevoerd.
Noodstopknop door draaien ontgrende-
len.
Gaan zitten en sleutelschakelaar naar
stand „1“ draaien.
Het display toont de acculaadtoestand
en het verswaterpeil.
Reinigingsprogramma selecteren.
Bedieningsmenu door draaien van de
Infotoets oproepen.
Gewenste parameters door draaien
van de infotoets selecteren.
Infotoets indrukken – de ingestelde
waarde knippert.
Parameter opnieuw instellen door aan
de infotoets te draaien.
Gewijzigde instelling door indrukken
van de infotoets bevestigen of wachten
tot de ingestelde waarde automatisch
overgenomen wordt.
Instructie:
Indien de geselecteerde parameter gedu-
rende 10 seconden niet gewijzigd wordt,
schakelt het display over op de weergave
van de accutoestand en het verswaterpeil.
Dezelfde reinigingsparameters kunnen in
elk reinigingsprogramma individueel inge-
steld worden.
Alle instellingen blijven opgeslagen, ook als
het apparaat zich in stroomloze toestand
bevindt.
Infotoets draaien tot „Informatiemenu“
op het display weergegeven wordt.
Infomenu oproepen door de infotoets in
te drukken.
Door aan de infotoets te draaien, kunnen
de volgende gegevens weergegeven wor-
den:
Waterhoeveelheid in functie van de ver-
vuiling en de soort van de bodemde-
klaag aan de regelknop instellen.
Achterste vlak van het pedaal voor het
optillen / neerlaten van de reinigingskop
naar
beneden duwen, lossen en pedaal naar
boven laten gaan.
De borstelaandrijving start wanneer de
reinigingskop neergelaten is.
Voorste vlak van het pedaal voor het
optillen / neerlaten van de reinigingskop
naar omlaag duwen en vastzetten.
Schoon water
Vulsysteem (optie)
Doseerinrichting (alleen variant Dose)
Reinigingsprogramma's
Infotoets (variant Adv)
Instellingen (variant Adv)
Bedienersmenu
Instelbare parameters
Instelbare para-
meters
min:stap
:max
Opmerking
Cleanspeed (max.
reinigingssnelheid)
1:1:6
1=1km/h,
6=6km/h
FACT (borsteltoe-
rental)
–
Power
Whisper
Fine
Vacuüm (zuigcapa-
citeit)
–
Low
High
Alleen bij variant Dose
Chemie/Agent (rei-
nigingsmiddeldose-
ring)
0,5%:0,5
%:3%
–
Infomenu
Displayweergave
Betekenis
B.urenxx
Bedrijfsurenteller
Bij lopende teller
wordt „+“ weergege-
ven
Water E-----F
Waterpeil in het
schoonwaterreser-
voir
„C“ knippert wan-
neer de doseerpomp
in bedrijf is (alleen
versie Dose)
Snelh.: xkm/h
Momentane snel-
heid
Alfred/Kärcher
Fabrikant
B90R Dxx
Benaming apparaat
Prog.vers. x.x
Softwareversie
Informationsmenu
verlaten
U kunt het Infomenu
verlaten door de in-
fotoets in te drukken.
Waterhoeveelheid instellen
Reinigingskop neerlaten / optillen
Neerlaten
Optillen
42
NL
Содержание B 90 R Adv
Страница 2: ... 1 2 ...
Страница 3: ... 2 3 ...
Страница 4: ... 3 4 ...
Страница 240: ...http www kaercher com dealersearch ...