OPLADEN VAN EEN LOODACCU
• Controleer eerst of het gaat om een loodzuur-accu resp. een, calcium-accu met een spanning van 12V. Accu's met een andere spanning kunnen niet worden opgeladen!
• Maak alle verbruikers los van de accu.
• Als de accu in een voertuig is ingebouwd, dient u het contact en alle verbruikers uit te schakelen.
Neem absoluut de informatie en veiligheidsinstructies bij het voertuig in acht en kijk hoe de voertuigaccu mag worden opgeladen. Moderne voertuigen zijn voorzien van gevoelige
elektronica en besturingselementen die bij een verkeerd gebruik beschadigd kunnen raken.
• Steek de passende aansluitadapter op de laadkabel van het apparaat.
• Sluit eerst het laadapparaat met de juiste polariteit aan op de accu. Bij een omgepoold aangesloten accu wordt dit aangegeven door LED 1.
• Sluit nu pas het laadapparaat aan op de netvoeding (230-240V~50/60Hz).
¼
Denk er om dat het laadapparaat, indien eerder zomer- of de wintermodus gebruikt werden, opnieuw in de betrokken modus start.
• Vervolgens kunt u kiezen uit verschillende functies door te drukken op de mode-toets (13). Een beschrijving van de afzonderlijke bedrijfsmodi vindt u in het volgende hoofdstuk.
• Neem de stekker van het laadapparaat na het opladen uit het stopcontact.
• Verwijder daarna de klem van de minpool van de accu en daarna van de pluspool.
BESCHRIJVING VAN DE BEDRIJFSMODI
Modus 1: Zomermodus (14,4V)
De zomermodus is geschikt voor het laden van accu's vanaf 14Ah bij een buitentemperatuur van meer dan 10°C.
De laadstroom bedraagt 7A +/- 10%, de laad-stopspanning 14,4V +/- 0,25V.
Als de laad-stopspanning bereikt is, schakelt het apparaat over naar onderhoudsladen.
Druk op de MODE-toets (13) om deze te selecteren tot de betrokken LED12 oplicht.
Modus 2: Wintermodus (14,7V)
De wintermodus is geschikt voor het laden van accu's vanaf 14Ah bij een buitentemperatuur van minder dan 10°C.
De laadstroom bedraagt 7A +/- 10%, de laad-stopspanning 14,7V +/- 0,25V.
Als de laad-stopspanning bereikt is, schakelt het apparaat over naar onderhoudsladen.
Druk op de MODE-toets (13) om deze modus te selecteren tot de betrokken LED11 oplicht.
¼
Deze modus kunt u op elk ogenblik ook gebruiken voor accu's, die conform de informatie van de fabrikant geschikt zijn voor een hogere laad-stopspanning. Raadpleeg hiervoor altijd de laadinstructies van de
accufabrikant.
Modus 3: Voor calcium-accu's
Deze modus is geschikt voor calcium-accu's vanaf 25Ah.
Gebruikt u deze modus uitsluitend voor calcium-accu's! Denk er om, dat de calcium-modus alleen kan worden geselecteerd vanuit de stand-by functie.
De laadstroom bedraagt 5A +/- 10% tot de spanning 14,7V +/- 0,25V wordt bereikt. Nu wordt de laadstroom voor 30 min. uitgeschakeld. Aansluitend schakelt het apparaat terug in, en laadt nu met een laadstroom van
1,5A verder tot de spanning van de accu 16,5V +/- 0,35V bedraagt.
Als de laad-stopspanning bereikt is, schakelt het apparaat over naar onderhoudsladen.
Selecteer eerst de power/standby-functie door op de MODE-toets (13) te drukken tot LED9 oplicht. Hou aansluitend de MODE-toets (13) gedurende 3s ingedrukt, tot LED10 blijft branden.
Modus 4: Onderhoud/Voedingfunctie
Deze modus is geschikt voor het onderhoud van accu's vanaf 14Ah of als 13,6V/5,0A netdeel.
Onderhoudsprogramma:
¼
Denk er om, dat het onderhoudsprogramma alleen vanuit de standby-functie kan worden geselecteerd.
Dit onderhoudsprogramma is geschikt voor het onderhoud van alle 12V loodzuuraccu's (open, gel en AGM).
Het laadapparaat geeft impulsen tot maximaal 5A +/- 10% aan de accu, tot een spanning van 13,6V +/- 0,25V. Met toenemende accuspanning wordt de laadstroom overeenkomstig verkleind.
Druk op de MODE-toets (13) tot LED8 knippert.
Netdeelfunctie:
Het laadapparaat kan ook als netdeel (13,6V, max. 5A) worden gebruikt.
Er mag alleen een verbruiker met een max. stroomopname van 5,0A worden gebruikt.
Gebruikt u geen producten, die een nauwkeurig gestabiliseerde spanning van 12V= nodig hebben (bijv. computer e.d.).
¼
Het apparaat is elektronisch beveiligd tegen kortsluitingen. Zorg echter toch voor een juiste aansluiting.
Deze functie kan alleen worden geselecteerd, als er geen accu aangesloten is.
Om de netdeelfunctie in te schakelen, houdt u de MODE-toets (13) 3s ingedrukt.
LED6 licht op. Als de elektronische schakeling van het apparaat automatisch wordt ingeschakeld, licht bovendien LED8 op. Uw apparaat kan nu worden gebruikt als netdeel.
Modus 5: Boost-functie
Deze functie wordt overwegend als regeneratieprogramma gebruikt voor diep ontladen of gesulfateerde accu's vanaf 14Ah.
Bij een accuspanning van 4,5V-10,5V geeft het laadapparaat een pulslading af aan de accu. LED7 knippert. De maximale duur van de pulslading bedraagt 7 uren.
Als de accuspanning 10,5V bereikt, gaat het laadapparaat over naar een 16V boost-functie. In deze stap knippert LED7. De boost-functie wordt na 3,5 uren beëindigd.
Aansluitend schakelt het laadapparaat automatisch over op onderhoudslading bij 60mA. Als de accuspanning onder de 12,7V valt, schakelt het apparaat opnieuw in. Na maximaal 4 uren of van zodra de accu normaal
geladen kan worden, wordt LED7 automatisch uitgeschakeld. De LED12 voor normaal laden licht op.
Als een accu met een spanning tussen 4,5V-10,5V aangesloten wordt, herkent het laadapparaat de accuspanning en schakelt het automatisch over naar de hoge beschreven pulslading tot de accuspanning 10,5V +/-
0,25V bereikt. Aansluitend het het normale laden door.
Indien deze spanning binnen 6 uren niet bereikt wordt, schakelt het laadapparaat uit.
Om de boostfunctie te selecteren, drukt u op de mode-toets (13) tot LED7 knippert.