Quick User Guide - Nederlands
7
Uitschakelinstellingen
1.
Als de scanner gebruikt wordt in de SD-modus en niet aangesloten is op een
voedingsbron, dan wordt de scanner na 5 minuten automatisch uitgeschakeld.
2.
Als de scanner gebruikt wordt in de SD-modus en aangesloten is op een
voedingsbron, dan wordt de scanner niet automatisch uitgeschakeld.
3.
Als de scanner gebruikt wordt in de wifi-modus en niet aangesloten is op een
voedingsbron, dan wordt de scanner niet automatisch uitgeschakeld.
Wij wijzen u er echter op dat in de wifi-modus veel batterijcapaciteit verbruikt
wordt. Wij adviseren u daarom de wifi-modus uit te schakelen als u deze niet
gebruikt.
4.2 Plaatsen van een SD-kaart
De ingebouwde opslagschijf van de scanner heeft ongeveer 128 MB aan ruimte voor het
opslaan van gescande beelden in de SD-modus. Om het geheugen uit te breiden, kunt u
een SD-kaart in de scanner plaatsen.
1.
Schakel de scanner uit.
2.
Schuif de SD-kaart voorzichtig in de kaartsleuf tot de kaart vastklikt.
De richting waarin de kaart geplaatst moet worden wordt weergegeven in de
onderstaande afbeelding en op de scanner zelf.
BELANGRIJK
: De scanner ondersteunt SD-kaarten met het bestandssysteem FAT16 of
FAT32. NTFS en andere bestandssystemen worden niet ondersteund.
4.3 Scannen van documenten
Standaarddocumenten
1.
Open de klep.
2.
Trek het verlengstuk van de invoer uit.
3.
Klap de documentgeleiders omhoog en pas ze aan aan het formaat van uw
documenten.