IMS GOLD MULTI 140
62
Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing
NL
AFWIJKINGEN, OORZAKEN, OPLOSSINGEN
SYMPTOMEN
MOGELIJKE OORZAKEN
OPLOSSINGEN
De draad aanvoer is niet
constant.
De spatten verstoppen de opening.
Vervang de contact buis of maak die schoon,
daarna anti hecht middel op doen.
De draad glijdt niet op de rollers.
"Controleer de druk op de rollers of vervang ze.
Diameter van de draad is niet passend voor de
roller.
De mantel die draad naar de toorts leidt is niet
passend."
De aanvoer motor werkt niet. De rem van de aanvoer draad of van de
rollers zit te strak.
Draai de rem en de rollers los.
Probleem met stroomvoorziening
Controleer of de stroomschakelaar op "ON"
staat.
Slechte draadspoeling.
De mantel die draad lijdt is vies of
beschadigd.
Reinigen of vervangen.
Drukrol zit te los.
Draai de rollen strakker.
De rem van de draadspoel zit te strak.
Draai de rem los.
Geen lasstroom.
Slechte aansluiting van de stekker.
Kijk naar de aansluiting van de stopcontact
en controleer of deze met een enkele fase en
geaard contact gevoed wordt.
Slechte aarding.
Controleer de massa kabel (aansluiting en staat
van de klem).
Vermogen connector buiten gebruik.
Controleer de toorts trekker.
De draad draait niet op de
rollers.
De mantel die de draad lijdt is verplet-
terd.
Controleer de mantel en de toorts.
Het blokkeren van de draad in de toorts.
Vervangen of schoonmaken.
Geen capillaire buis.
Controleer de aanwezigheid van de capillaire
buis.
De draadaanvoer snelheid is te hoog.
Verlaag de aanvoerdraad snelheid.
De lasrups is poreus.
De gasstroom is te laag.
Corrigeer de gasstroom.
Reinigen van het basismetaal.
Gasfles is leeg.
Vervangen.
Gas kwaliteit is niet voldoende.
Vervangen.
Luchtstroom of invloed wind.
Tocht voorkomen, lasgebied beschermen.
Gasbuis is vies.
Maak de gasbuis schoon of vervang de buis.
Slechte draad kwaliteit.
Geschikte MIG-MAG draad gebruiken.
Toestand van het lasoppervlak van
slechte kwaliteit (roest, etc ...)
Het werkstuk reinigen voor het lassen.
Zeer grote vonkdelen.
Boogspanning is te laag of te hoog.
Lasinstellingen controleren.
Slechte aarding.
Controleer en plaats de aardklem zo dicht
mogelijk bij het te lassen stuk.
Beschermgas is onvoldoende.
Gasstroom aanpassen.
Geen gas aan de toorts
uitgang.
Slechte gasaansluiting.
Kijk of de gasaansluiting aan de motor kant goed
aangesloten is. Controleer de klep.