V eiligheidsinst ruc t ies
Toepassingsdoel:
De ontsluitingsvaten C 7010 en C 7012 mogen alleen voor het
bepalen van de verbrandingswaarde van vaste en vloeibare
brandstoffen overeenkomstig DIN 51900, BS 1016 T5, ISO
1928, ASTM 5468, ASTM 5865, ASTM 4809 worden gebruikt.
Het gebruiken van de ontsluitingsvaten is alleen toegestaan in
verbinding met de IKA- caloriemeter C7000.
Bedrijfsvoorwaarden:
De maximale energie-inbrenging in het ontsluitingsvat mag
40000 J niet overschrijden. ( Kies de proefhoeveelheid over-
eenkomstig) De toegelaten bedrijfsdruk van 230 bar (23MPa)
mag niet overschreden worden. De maximaal toelaatbare
bedrijfstemperatuur mag 50 ° C niet overschrijden.
Vul het ontsluitingsvat niet met teveel proefmassa. Vul het
ontsluitingsapparaat met zuurstof tot een druk van max. 40bar
(4MPa). Controleer de ingestelde druk aan de drukregelaar.
Voer voor elke verbranding een dichtheidscontrole
uit.
Explosieve stoffen:
Sommige stoffen leiden tot een explosieachtige verbranding
(bijv. opgrond van peroxidevorming), die het ontsluitingsappa-
raat kunnen laten barsten.
De standaard ontsluitingsvaten C 7010 en C 7012 mogen niet
voor onderzoeken aan explosieve proeven worden gebruikt.
Voor deze proeven in elk geval een hoogdruk ontsluitingsappa-
raat voor het opnemen van de proef gebruiken!
Instructies voor de proef:
Stoffen waarvan het verbrandingsgedrag niet bekend is, moe-
ten voor een verbranding in het ontsluitingsvat C 5010 en
C5012 op hun verbrandingsgedrag worden onderzocht (explo-
siegevaar).
Wanneer u onbekende monsters verbrandt, dient u de ruimte
te verlaten of afstand te houden van de calorimeter.
Benzoëzouur mag alleen in geperste vorm worden verbrand!
Brandbare stoffen en poeders moeten eerst worden geperst.
Ovendroge stoffen en poeders zoals bijv. houtspanen, hooi,
stro enz. verbranden explosief! Zij moeten eerst vochtig wor-
den gemaakt! Licht brandbare vloeistoffen met een lage
stoomdruk mogen niet direct met de katoenen draad in aanra-
king komen! Bijv. Tetramethyl- dihydrogeendisiloxan
Verbrandingsresten, hulpstoffen
Verder zijn bijv.toxische verbrandingsresten in vorm van
gassen, as of neerslag aan de binnenwand van het ontsluit-
ingsvat mogelijk.
Naam de ongevalpreventievoorschriften in acht die gelden
voor het werk en de werkplek. Draag een persoonlijke veilig-
heidsuitrusting.
Bij de omgang met verbrandingsmonsters, verbrandingsresten
en hulpstoffen moeten de desbetreffende veiligheidsinstruc-
ties in acht worden genomen. Gevaar kan bijv. uitgaan van:
bijtende; licht ontvlambare;
explosieve; bacteriologisch verontreinigde;
toxische
zuurstof
Let bij de omgang met zuurstof op de overeenkomstige voor-
schriften.
Gevaaraanwijzing: zuurstof is als verdicht gas brandopwek-
kend; ondersteunt intensief verbandingen; kan heftig met
brandbare stoffen reageren. Geen olie of vet gebruiken!
Gebruik van kroezen van edelstaal
Bij het gebruik van kroezen van edelstaal moet na elke proef de
toestand ervan
nauwkeurig gecontroleerd worden.
Door een reductie van de materiaaldikte kan de kroes verban-
den en kan het ontsluitingsvat C 7010 en C7012 beschadigd
worden.
Na max. 25 verbrandingen mogen de kroezen om veiligheids-
redenen niet meer worden gebruikt.
40
C7010/12 0508
NL
3017500b_C7010_7012_052008:C5010_12 09.06.2008 9:59 Uhr Seite 40