4
4
• Verander op basis van de meetresultaten nooit uit uzelf de door uw arts voorgeschreven dosis
geneesmiddelen. De bloeddruk moet door een arts, of een vakman, die uw ziekteverloop kent,
geïnterpreteerd worden. Door een geregeld gebruik van het apparaat voor de meting van uw
bloeddruk en de optekening van de meetwaarden houdt u uw arts op de hoogte van de
neigingen van uw bloeddruk.
• De manchet goed rond uw pols wikkelen. Daarbij moet de manchet zich op dezelfde hoogte als
uw hart bevinden. De manchet niet om de mouw van een jas of een hemd wikkelen, aangezien
de bloeddruk anders niet gemeten kan worden.
• Het meetapparaat mag tijdens de meting niet bewogen of geschud worden, aangezien anders
geen nauwkeurige bloeddrukmeting mogelijk is.
• Voer de meting stil en in een ontspannen positie uit.
• Denk eraan dat de bloeddruk van nature in de loop van de dag verandert en ook door tal van
factoren, zoals roken, alcoholverbruik, inname van medicijnen en lichamelijke inspanning,
beïnvloed wordt.
• Bij mensen met een toestand waardoor problemen met de bloedsomloop veroorzaakt worden
(suikerziekte, nierklachten, arteriële verkalking of problemen met de bloedsomloop), kunnen de
meetwaarden op deze monitor lager uitvallen dan op een monitor voor de bloeddrukmeting,
die de bloeddruk aan de bovenarm mist. Raadpleeg uw arts om te waarborgen dat de
bloeddrukmeting aan uw pols de juiste meetwaarden geeft.
• De met dit meetapparaat verkregen meetwaarden van de bloeddruk komen overeen met die
van een geschoolde vakman die de meting met een manchet of door afluistering met een
stethoscoop uitvoert.
2 belangrijke veiligheidsmaatregelen
BP_131_NL.qxd:BP 603 D_neu Kopie 17.04.2007 7:59 Uhr Seite 4