2. Verwijder de spanveer (A) die is bevestigd aan de
spanarm van de aandrijfriem (B).
A
B
C
D
E
H
F
G
I
J
3. Verwijder de terugtrekveer (C) waarmee de
zwenkplaat (D) op zijn plaats wordt gehouden.
4. Verwijder de armbout (E) en de spanarm van de
aandrijfriem.
5. Verwijder de poeliebout (F), de motorpoelie (G) en
de aandrijfriem (H) van de motor.
6. Verwijder de bovenste bout (I) waarmee de
zwenkplaat aan het frame vastzit
7. Scharnier en houd de zwenkplaat uit de buurt van
het product en haal de aandrijfriem van de
aandrijfpoelie (J).
De aandrijfriem aanbrengen
1. Scharnier en houd de zwenkplaat (D) uit de buurt
van het product.
A
B
C
D
E
H
F
G
I
J
2. Plaats de aandrijfriem (H) op de aandrijfpoelie (J).
Let op: Zorg ervoor dat de aandrijfriem correct in de
groef van de aandrijfpoelie wordt geleid voordat u de
zwenkplaat laat zakken.
3. Breng de bovenste bout (I) aan en draai deze vast.
4. Plaats de aandrijfriem in de groef van de motorpoelie
(G) voordat u deze op de motoras aanbrengt.
5. Monteer de poeliebout (F) en bevestig de
motorpoelie op de motor. Zet de poeliebout vast
(30-35 ft. lbs. / 41-47 Nm).
6. Breng de spanarm (B) van de aandrijfriem aan en
draai de armbout (E) vast op de motor.
7. Breng de terugtrekveer (C) aan op de zwenkplaat.
8. Breng de spanveer (A) aan op de spanarm.
9. Bedien alle bedieningselementen om er zeker van te
zijn dat de aandrijfriem correct is gemonteerd en dat
alle onderdelen correct bewegen.
De riemkap installeren
1. Breng de riemkap (B) aan op het frame (C) en draai
de twee schroeven (A) vast.
C
A
B
2. Installeer de uitworptrechter.
156
673 - 003 - 08.01.2020