118 Nederlands
Noodoproepfunctie - Algemeen
Algemeen
De noodoproep moet via een programmering worden ingeschakeld. U kunt
maximaal 8 telefoonnummers opslaan die na elkaar worden gekozen nadat
met de SOS-toets op de telefoon of de meegeleverde SOS-handzender een
noodoproep werd geactiveerd.
Bijkomende SOS-handzenders zijn optioneel verkrijgbaar als toebehoren.
In de noodoproepmodus heeft de noodoproep voorrang op alle andere tele-
foonfuncties. Op die manier worden aankomende oproepen afgewezen als
tegelijkertijd een noodoproep wordt gezonden.
U kunt uw individuele noodoproeptekst inspreken. De noodoproepontvanger
hoort de boodschap en weet wat er moet gebeuren.
Verloop van een noodoproep
De telefoon van de ontvanger van de noodoproep moet op het kiesprocédé
DTMF (toonkiezen) ingesteld zijn. Dit is een vereist om een spraakverbinding
met de hulpzoekende op te bouwen.
Hulpzoekende persoon
Noodoproeptoets op de telefoon
indrukken resp. noodoproep active-
ren met de SOS-handzender.
Noodoproeptelefoon wordt automa-
tisch op de handsfree-functie
geschakeld.
Gesprek kan met de toets
worden beëindigd.
Noodoproepontvanger
Telefoon rinkelt. Hoorn opnemen.
De boodschap is te horen. Op het
cijfer 5 drukken (bevestiging) om de
boodschap te stoppen.
Gesprek met de hulpzoekende
persoon.