Nederlands 119
Noodoproepfunctie – Programmering
Om de noodoproepfunctie in te stellen, voert u de volgende
programmeerstappen uit:
1. Boodschap opslaan
2. Noodoproepnummers opslaan
3. Aantal pogingen instellen
4. Pauze na vergeefse poging instellen
5. Duur van de actieve verbinding instellen
6. SOS-handzender aanmelden
7. Noodoproepfunctie inschakelen
Noodoproepboodschap opslaan
1. Druk eerst op de toets en dan op de toets .
2. Voer de PIN-code met vier cijfers „
XXXX
“ in (PIN-code in standaard-
toestand „
0000
“).
3. Voer de code „
354
“ in, op de display verschijnt „Start“.
4. Houd de toets ingedrukt terwijl u de boodschap inspreekt
(maximaal 20 seconden).
5. Om de opname af te sluiten, laat u de toets weer los.
Voer opnieuw een code in of druk op de toets om het menu
Instellingen te verlaten.
Opmerking:
Zodra de noodoproep wordt aangenomen, wordt automatisch de desbetref-
fende boodschap afgespeeld. Deze boodschap moet enerzijds kort worden
gehouden (max. 20 seconden) en anderzijds alle informatie bevatten die de
ontvanger nodig heeft om snel voor hulp te kunnen zorgen.
P
P
*