28
NEDERLANDS
8. OPSTARTPROCEDURE
1) Controleer of het stroomsnoer uit het stopcontact is verwijderd.
2) Zet de bedieningsschakelaar op het bedieningspaneel in de stand "ON".
3) Draai de watertoevoerkraan open.
4) Sluit de netvoeding aan en schakel de ijsmachine in.
5) Het display geeft de modus "ICE" weer.
6) Nu gebeurt achtereenvolgens het volgende:
a) Het waterreservoir loopt vol.
b) De aandrijfmotor start.
c) De compressor start.
HYGIËNE
Controleer de kwaliteit van het geproduceerde ijs.
Het ijs dat tijdens het testen van de ijsmachine is geproduceerd, mag niet worden gebruikt voor consumptie. Het is mogelijk
verontreinigd met deeltjes afkomstig uit het watercircuit. Gooi het ijs weg in de afvoer.
Maak voor ingebruikname van de ijsmachine eerst de bunker schoon (zie "III. 1. SCHOONMAKEN" in de
instructiehandleiding).
9. LAATSTE CONTROLES
1) Controleer op de juiste spanning.
2) Controleer of de ijsmachine juist geaard is.
3) Controleer of de ijsmachine trillingvrij is.
4) Controleer of alle panelen zijn aangebracht en vastzitten.
5) Controleer de juiste werking aan de hand van "8. OPSTARTPROCEDURE".
6) Controleer de watertoevoer en de slangaansluitingen op lekkage.
7) Geef de gebruiker instructies met betrekking tot het juiste gebruik van de machine. Overhandig de instructiehandleiding aan
de gebruiker.
Bedieningspaneel
Knop Ice
Knop Stop
Display
Knop Onderhoud
(alleen dienstgebruik)
Bedieningsschakelaar