nEDlErlanDS | 55
2.7. Veiligheids- en bewakingscontroles
Onze installaties zijn uitgerust met verschillende veilig-
heids- en bewakingscontroles. Deze inrichtingen mogen
niet worden gedemonteerd of uitgeschakeld. Inrichtingen
moeten vóór de inbedrijfstelling door een elektricien aan-
gesloten en op correcte werking gecontroleerd zijn.
Houd er hiervoor ook rekening mee dat voor bepaalde
inrichtingen een analysetoestel of -relais nodig is voor
een probleemloze werking, bijv. PTC-weerstanden en
PT100-voelers. Dit analysetoestel is te verkrijgen via de
fabrikant of elektricien.
Het personeel moet geïnstrueerd zijn over de
gebruikte inrichtingen en de werking ervan.
Pas
op!De machine mag niet worden gebruikt als de vei-
ligheids- en bewakingscontroles tegen de voor-
schriften in zijn verwijderd, beschadigd en/of niet
functioneren!
2.8. Vloeistoffen
Elke vloeistof onderscheidt zich door samenstelling,
agressiviteit, abrasiviteit en vele andere aspecten. In het
algemeen kunnen onze installaties in veel bereiken wor-
den ingezet Meer informatie hierover is te vinden in het
gegevensblad van de pomp Daarbij moet er rekening mee
worden gehouden dat veel parameters van de installatie
kunnen veranderen door een wijziging in de dichtheid, vis-
cositeit of samenstelling in het algemeen. Ook zijn voor
de verschillende vloeistoffen verschillende materialen en
waaiervarianten nodig. Hoe nauwkeuriger de informatie
bij uw bestelling, des te beter hebben wij onze installatie
aan uw eisen kunnen aanpassen. Wanneer zich wijzigin-
gen voordoen in het toepassingsgebied en/of de vloeistof,
bieden wij u graag ondersteunend advies.
Bij een wissel van de installatie naar een andere vloeistof
moet op het volgende worden gelet:
•
Installaties die in vuil- en/of afvalwater zijn gebruikt,
moeten vóór toepassing in schoon water grondig
worden gereinigd.
•
Installaties die vloeistoffen met een gezondheidsrisi-
co hebben gepompt, moeten vóór een mediumwij-
ziging in het doorgaans worden gedecontamineerd.
Bovendien moet worden nagegaan of deze installatie
nog wel in een andere vloeistof mag worden toege-
past.
•
Bij installaties die worden gebruikt met een smeer- of
koelmiddel (bijv. olie), kan dit bij een defecte glijringaf-
dichting in de vloeistof terechtkomen.
Gevaar door explosieve vloeistoffen!
Het verpompen van explosieve vloeistoffen (bijv.
benzine, kerosine, etc.) is ten strengste verboden. De
producten zijn niet ontworpen voor deze vloeistoffen!
2.9. Geluidsdruk
De installatie heeft, naargelang afmeting en vermogen
(kW) tijdens het bedrijf een geluidsdruk van ca. 40 dB
(A) tot 70 dB (A). De werkelijke geluidsdruk is echter af-
hankelijk van meer factoren. Dat zijn bijv. installatie- en
opstellingswijze, bevestiging van toebehoren, persleiding,
werkpunt, dompeldiepte.
3. Algemene beschrijving
3.1. Toepassing
De vuilwater-opvoerinstallatie Saniquick UF/UFT verpompt
huishoudelijk schoon of vuilwater, bijv. uit wasbak, douche
of wasmachine, uit ruimtes onder het opstuwingsniveau
of uit ruimtes waarvan het verval tot aan de dichtstbijzijn-
de rioolaansluiting te klein is. Voor het verpompen van af-
valwater en fecaliën is de afvalwater-opvoerinstallatie van
de serie Saniquick UF/UFT niet geschikt.
3.2. Toepassingswijzen
De vuilwater-opvoerinstallatie is ontworpen voor intermit-
terend bedrijf.
3.3. Opbouw
De vuilwater-opvoerinstallaties bestaan uit een niet-rot-
tend, water-, gas- en geurdicht kunststof reservoir met
een eentraps centrifugaalpomp (uitvoering UF) of twee
eentraps centrifugaalpompen (uitvoering UFT).
De verzamelschacht heeft een in hoogte verstelbaar
compensatieframe. Daarmee kan de afdekplaat worden
aangepast aan het vloerniveau. De afdekplaat is aan beide
kanten te gebruiken, als afdekrooster of als tegelframe.
Het reservoir beschikt over 3 horizontale toevoeren
DN100, een horizontale drukuitgang en een ontluchtingsa-
ansluitstuk DN70.
De uitvoering “UF” wordt met vlotterschakelaar gele-
verd. De uitvoering “UFT” heeft in plaats daarvan een
schakeltoestel voor het besturen en bewaken van alle be-
langrijke functies:
•
niveauregeling vindt plaats via een stuwbuis
•
pompwisseling na elke schakelcyclus
•
bijschakelen van de tweede pomp bij piekbelasting
•
bij uitval van een pomp omschakelen naar de reser-
vepomp
•
overbelastingsbeveiliging met motorbeschermings-
relais
•
optische storingsindicatie
•
alarmsignaal door ingebouwde zoemer
•
potentiaalvrije verzamelstoringsmelding
•
aansluitmogelijkheid voor het diagnosetoestel Serv-
Com
•
Draairichtingscontrolemelding bij draaistroompom-
pen
Содержание C250WA
Страница 33: ...English 33 Notizen Notes ...
Страница 65: ...Nedlerlands 65 Notizen Notes ...
Страница 70: ...70 Notizen Notes ...
Страница 71: ...71 Notizen Notes ...