10.3.2 Kabeldiameters en bescherming hoofdschakelaar
De onderstaande tabel toont de aanbevolen minimumdiameter voor niet-meegeleverde kabels en bijbehorende de
hoofdschakelaars:
Model
Netvoeding
Diameter van
voedingskabel
Diameter
transmissiekabel
Max. stroom
(A)
CB
(A)
ELB
(aantal polen/A/mA)
EN60 335-1
EN60 335-1
Alle binnenunits
1~ 230V 50Hz
0,75 mm²
0,75 mm²
5,0
6
2/40/30
RAS-3HVRC2
4,0 mm
2
1
5
,
8
20
?
O P M E R K I N G
•
ELB: aardeschakelaar; CB: Zekeringautomaat
•
Volg de lokale voorschriften en richtlijnen bij het kiezen van kabels, zekeringautomaten en aardlekschakelaars.
•
Gebruik bedrading die niet lichter is dan het gebruikelijke met polychloropreen beklede flexibele snoer (code 60245 IEC 57).
11 INBEDRIJFSTELLING
Wanneer de installatie is voltooid, laat u het systeem volgens
de hierna beschreven procedure proefdraaien en overhandigt u
het systeem aan de klant. Laat de binnenunits één voor één op
volgorde proefdraaien en controleer of de elektrische bedrading
en de koudemiddelleidingen correct zijn aangesloten.
!
L E T O P
Gebruik het systeem pas nadat alle controlepunten zijn afgewerkt:
•
Controleer of de elektrische weerstand groter is dan 1MΩ door de
weerstand te meten tussen de aarde en de klem van de elektrische
onderdelen. Gebruik het systeem niet voordat eventuele elektrische
lekken zijn opgespoord en verholpen. Druk de spanning op de
klemmen niet af voor transmissie 1 en 2.
•
Controleer of de afsluiters van de buitenunit volledig zijn geopend en
start vervolgens het systeem.
•
Controleer of de schakelaar van de hoofdvoedingsbron minimaal 12
uur AAN heeft gestaan, zodat de compressorolie is verwarmd door
het verwarmingselement voor de olie.
Let op het volgende terwijl het systeem werkt:
•
Raak geen onderdelen aan de zijde van de uitlaatgassen aan met
uw hand. De compressorkamer en de leidingen aan de uitlaatzijde
bereiken een temperatuur van meer dan 90ºC.
•
DRUK NIET OP DE KNOP VAN DE MAGNEETSCHAKELAAR(S), dit
veroorzaakt ernstige ongelukken.
•
Raak geen elektrische onderdelen aan binnen drie minuten nadat u
de hoofdschakelaar hebt uitgezet.
•
Controleer of de sluitventielen van de gasleiding en de vloeistofleiding
volledig zijn geopend.
•
Controleer of er geen koudemiddel lekt. De opgetrompte moeren
raken soms los door trillingen tijdens het transport.
•
Controleer of de koudemiddelleidingen en de elektrische bedrading
overeenkomen met hetzelfde systeem.
•
Controleer of de DIP-switches op de printplaat van de binnen- en
buitenunits correct zijn ingesteld.
•
Controleer of de elektrische bedrading van de binnen- en buitenunits
is aangesloten zoals wordt afgebeeld in het hoofdstuk
!
L E T O P
Controleer of de elektrische onderdelen die u apart hebt aangeschaft
(hoofdschakelaars, circuitonderbrekers, kabels, geleidingsaansluitingen
en draadklemmen) overeenkomen met de vermelde elektrische gegevens
in de technische catalogus van de unit. Controleer ook of de onderdelen
voldoen aan de nationale en lokale voorschriften.
?
O P M E R K I N G
Controleer voor systemen met 2 binnenunits tijdens het proefdraaien
de temperatuur van de uitlaatlucht van de binnenunit. Als er een groot
temperatuurverschil is, ongeveer 10 graden of meer (koeling) 20 graden
of meer (verwarming), controleer de koelmiddelleidingen opnieuw; er zijn
mogelijk problemen opgetreden tijdens de installatie.
INBEDRIJFSTELLING
PMML0548 rev.0 - 04/2020 - A10648790A
120
NL