69
Waarschuwing – batterijen
•
Batterijen nooit openen, beschadigen, inslikken of
in het milieu terecht laten komen. Zij kunnen giftige
en zware metalen bevatten die schadelijk zijn voor
het milieu.
•
Lege batterijen direct uit het product verwijderen en
afvoeren.
•
Vermijd opslag, opladen en gebruik bij extreme
temperaturen en extreem lage luchtdruk (bijv. op
grote hoogte).
4. Inbedrijfstellen
Aanwijzing
Let erop dat bij de inbedrijfstelling de batterijen altijd
eerst in het meetstation, en dan pas in het basisstation
worden geplaatst.
4.1 Batterijen plaatsen/ stroomvoorziening
Meetstation
•
Verwijder de beschermfolie van de display.
•
Open het batterijvakje en verwijder de
contactonderbreker.
•
Sluit vervolgens weer het deksel van het batterijvakje.
Basisstation
Waarschuwing
•
Sluit het product alleen aan op een daarvoor geschikt
en intact stopcontact. Het stopcontact moet in de
buurt van het product zijn aangebracht en goed
bereikbaar zijn.
•
Het product met behulp van de aan/uit schakelaar van
het net scheiden – indien deze niet ter beschikking is,
trek dan de netstekker uit het stopcontact.
•
Let er bij meervoudige stopcontacten resp.
tafelcontactdozen op dat de aangesloten verbruikers
niet het toegestane totale opgenomen vermogen
overschrijden.
•
Indien het product gedurende langere tijd niet wordt
gebruikt, trek dan de stekker uit het stopcontact.
•
Verwijder de beschermfolie van de display.
•
Sluit de voedingsadapter op het aansluitpunt (G) op de
achterkant van het basisstation aan.
•
Sluit de voedingskabel van het weerstation op een
deugdelijk geïnstalleerd stopcontact aan.
•
Of open het batterijvakje (H) en plaats 3 AA-batterijen
met de polen in de juiste richting en sluit het
batterijvakje weer.
Aanwijzing
•
Indien de batterijen correct zijn geplaatst en u de
voedingsadapter met het station verbindt, dan
schakelt het basisstation automatisch over op de
externe stroomvoorziening.
4.2 Batterijen vervangen
Aanwijzing – Batterijen vervangen
•
Denk er na het vervangen van de batterijen van het
meet- of basisstation steeds aan dat er een nieuwe
synchronisatie van deze stations moet worden
uitgevoerd.
•
Verwijder daartoe de batterijen uit het andere station
en plaatst ze opnieuw of vervang ze ook als dat
nodig is.
Meetstation
•
Indien het symbool
(18) wordt weergegeven, vervang
dan de 2 AA-batterijen van het meetstation door 2 nieuwe
batterijen.
•
Open het batterijvakje, verwijder de batterijen, voer ze
volgens de lokale milieuvoorschriften af en plaats twee
nieuwe AA-batterijen met de polen in de juiste richting.
Sluit vervolgens het deksel van het batterijvakje weer.