2)
Specifieke storing, plus oplossing
Storing
Probleem
Oplossing A
Oplossing B
De LED-display licht niet op wanneer
de stekker in het stopcontact zit.
Er wordt geen stroom
toegevoerd.
Controleer of de stekker
goed in het stopcontact zit
en of de contactdoos goed
werkt.
Storing in aansluiting van
de hulpvoedingsmodule en
de displayplaat.
Controleer de aansluiting.
De hulpvoedingsmodule is
beschadigd.
Vervang de
hulpvoedingsmodule.
De displayplaat is
beschadigd.
Vervang de displayplaat.
Sommige knoppen werken mogelijk
niet of de LED-display is niet normaal.
De displayplaat is
beschadigd.
Vervang de displayplaat.
De bereidingsmodusindicator gaat
branden, maar het verwarmen start
niet.
Hoge temperatuur van de
kookplaat.
De omgevingstemperatuur
kan te hoog zijn.
Luchtinvoer of luchtuitlaat
mogelijk geblokkeerd.
Er is iets mis met de
ventilator.
Controleer of de ventilator
soepel loopt; zo niet,
vervang dan de ventilator.
De voedingsmodule is
beschadigd.
Vervang de
voedingsmodule.
Het verwarmen stopt plotseling tijdens
het gebruik en op het display knippert ‘u’.
Verkeerd type pan.
Gebruik de juiste pan
(raadpleeg de
instructiehandleiding).
Het
pandetectiecircuit
is beschadigd,
vervang de
vermogensmodule.
De diameter van de pan is
te klein.
De kookplaat is oververhit. De eenheid is oververhit.
Wacht tot de temperatuur
weer normaal is.
Druk op de AAN/UIT-toets
om de eenheid opnieuw op
te starten.
De verwarmingszones aan dezelfde
kant (zoals de eerste en de tweede
zone) moeten ‘u’ weergegeven.
Storing in de aansluiting
van de voedingsmodule en
de displayplaat.
Controleer de aansluiting.
De displayplaat van het
communicatiedeel is
beschadigd.
Vervang de displayplaat.
Het moederbord is
beschadigd.
Vervang de
voedingsmodule.
De ventilatormotor klinkt anders.
De ventilatormotor is
beschadigd.
Vervang de ventilator.
De bovenstaande informatie is de beoordeling en inspectie van gebruikelijke storingen.
Haal de eenheid niet zelf uit elkaar om gevaren en schade aan de inductiekookplaat te voorkomen.
N -29