VOORZICHTIG
Biologisch gevaar
Gering of beperkt persoonlijk letsel
‐
Zorg ervoor dat u de pompuitlaat
correct afdicht bij het aanbrengen van
de persleiding, anders kan er water uit
spuiten.
WAARSCHUWING
Beknelling van de handen
Dood of ernstig persoonlijk letsel
‐
Zorg er bij het hijsen van de pomp voor
dat uw hand niet bekneld raakt tussen
de hijsbeugel en de haak.
GEVAAR
Beknellingsgevaar
Dood of ernstig persoonlijk letsel
‐
Zorg ervoor dat de haak goed is
bevestigd aan de hijsbeugel.
‐
Hijs de pomp altijd met behulp van de
hijsbeugel of met een vorkheftruck als
de pomp op een pallet is geplaatst.
‐
Hijs de pomp nooit op aan de
voedingskabel, slang of leiding.
‐
Controleer of de hijsbeugel goed is
bevestigd voordat de pomp wordt
opgehesen.
GEVAAR
Elektrische schok
Dood of ernstig persoonlijk letsel
‐
Voorafgaand aan het voor het eerst
inschakelen van het product
controleert u de voedingskabel op
zichtbare defecten om kortsluiting te
voorkomen.
‐
Als de voedingskabel beschadigd is,
dient deze door de fabrikant, haar
serviceagent of door ander
gekwalificeerd personeel vervangen te
worden.
‐
Zorg ervoor dat het product correct is
geaard.
‐
Schakel de voedingsspanning uit en
vergrendel de netschakelaar in positie
0.
‐
Alle externe spanning die op het
product is aangesloten moet worden
uitgeschakeld voordat er aan het
product wordt gewerkt.
VOORZICHTIG
Biologisch gevaar
Gering of beperkt persoonlijk letsel
‐
Spoel de pomp grondig door met
schoon water en spoel de
pomponderdelen af na demontage.
‐
Draag passende persoonlijke
veiligheidsuitrusting en kleding.
VOORZICHTIG
Heet oppervlak
Gering of beperkt persoonlijk letsel
‐
Raak het oppervlak van de pomp niet
aan terwijl deze in werking is.
6.1 Bedrijfsmodi
Gebruik deze pompen nooit voor
hevelwerking. De pompen moeten altijd
volledig zijn ondergedompeld in de
verpompte vloeistof.
De pompen zijn ontworpen voor continu (S1) bedrijf.
In deze bedrijfsmodus kan de pomp continu draaien,
zonder deze te stoppen voor koeling. Doordat de
pomp volledig is ondergedompeld, wordt deze
voldoende gekoeld door de omringende vloeistof.
Tijdens S1-bedrijf is het maximale aantal starts per
uur 15.
De pompen moeten volledig zijn
ondergedompeld voor continu bedrijf.
P
1
t
2
S1-bedrijf
Positie
Beschrijving
1
Bedrijf
2
Stop
Het minimale vloeistofniveau bevindt zich aan de
bovenkant van het pomphuis.
Voor AP40 en AP50 pompen is bedrijf met
tussenpozen (S3) tussen de 40 °C en 60 °C
vloeistoftemperatuur toegestaan tot 30%. S3-bedrijf is
een reeks van werkcycli van 10 minuten. Elke cyclus
heeft een periode van 3 minuten constante belasting,
gevolgd door een rustperiode van 7 minuten. Het
thermisch evenwicht wordt niet bereikt tijdens de
cyclus.
244
Nederlands (NL)