26.11.15
CORFLINOX
Pagina 21 / 34
NL
3. PLAATSEN VAN HET APPARAAT
• Bescherm de boiler en de veiligheidsgroep (en / of de veiligheidsklep)
tegen de vorst.
• Plaats deze zo dicht mogelijk bij de belangrijkste afvoerpunten.
• Indien deze geplaatst is buiten de leefruimte, isoleer dan de leidingen. Als dit moet worden
geïnstalleerd in een ruimte waar de omgevingstemperatuur constant boven de 35ºC is,
zorgen voor ventilatie van de ruimte.
• Zorg ervoor dat het draagelement voldoende weerstand biedt om het gewicht van de boiler
vol water te dragen.
• Laat een ruimte van minimaal 1 meter vooraan de fl ens voor periodiek onderhoud
van de boilers.
• Installeer een lekbak met drainage onder de tank wanneer deze wordt geplaatst op zolder
of boven bewoonde ruimten.
• De veiligheidsgroep en / of de veiligheidsklep moet toegankelijk zijn.
• Een evacuatie riool voorzien van een trechter is vereist.
• De onderste leiding laat een volledige lediging van de tanks toe.
• De boilers werken alleen verticale positie.
• De niet gebruikte aansluitingen moeten correct afgedicht worden.
Zowel tijden normale bedrijfsomstandigheden als tijdens onderhoudswerkzaamheden dient
er gecontroleerd te worden of de gehele installatie lekdicht is en de
fl
ensverbindingen
moeten, zo nodig, aangedraaid worden.
Het warmwateropslagvat moet worden opgenomen in de potentiële vereffening.
Om veiligheidsredenen kan er water uit de afvoerleiding lopen tijdens het opwarmen
van de installatie.
!
4. HYDRAULISCHE
AANSLUITING
Vóór het uitvoeren van de hydraulische verbinding, is het essentieel om de toevoerleidingen
te reinigen om te voorkomen dat er in het vat metaal of andere deeltjes terechtkomen.
Bij gebruik van metalen buizen, wordt de verbinding op de warmwateruitlaat verplicht
uitgevoerd met een diëlektrische connector of een gietijzeren mof om galvanische corrosie
(koper/ijzer) te vermijden. De messing
fi
ttingen zijn verboden op dit niveau. De installatie
van een groep of geheel klep, terugslagklep en goedgekeurde veiligheidsklep is verplicht.
Als de voedingsdruk van het netwerk
≥
5 bar is, moet een drukregelaar op de ingang van
de algemene distributie worden gemonteerd. Een druk van 3-4 bar wordt aanbevolen.
Controleer na opwarming dat de druk de werkdruk niet overschrijdt.
Installeer een ontluchter op de bovenste aansluiting van de boiler (SWW-uitgang).
Om verstopping door het slib van installatieonderdelen (warmtewisselaars, kleppen,
veiligheidsgroep) te vermijden, is het verplicht om een zeef
fi
lter op de algemene voeding
van huishoudelijk koudwaternet te plaatsen waarop de boiler zich bevindt.
Het warme water van de boiler kan een hoge temperatuur bereiken. Het is noodzakelijk om
een thermostatische mengkraan te installeren voorafgaand aan het afnamepunt van sanitair
warmwater. De ingestelde temperatuur op de afnamepunten moet voldoen aan de geldende
voorschriften.
In het geval van het gebruik van leidingen van COMPOSIETMATERIALEN (PER, PVC,
etc ..) is het noodzakelijk om op de uitgang van de tank een temperatuurbegrenzer te
installeren afgeregeld volgens de prestaties van het gebruikte materiaal.
!