5.
Play/Pauze-toets
.
Voor het afspelen van de CD of onderbreken ervan.
6.
Track-toetsen
.
Hiermee selecteert U de gewenste track.
7.
Jog-draairegeling
(+FWD en –REV)
•
Speed Control : M.b.v. deze regelaar (links en rechtsom) kunt U in de Play-stand de snelheid regelen.
Hoe sneller U draait , deste sneller speelt de Cd-speler.
•
Searching : Tevens kunt U in de Pauze-stand m.b.v deze regelaar het gewenste startpunt opzoeken
De Cd stottert dan a.h.w.. Zoeken tot 1 frame nauwkeurig.
8.
Cue-toets
.
Wanneer U in de Play-stand de Cue-toets drukt gaat de speler terug naar het startpunt. Om een startpunt
te bepalen drukt U op de Pauze-toets (led PLAY/PAUZE knippert). Druk nu op de Cue-toets om het
startpunt in het geheugen op te slaan (CUE-led brandt) ; dit startpunt noemt men dan het Cuepunt. Om
de Cue-functie uit te schakelen houdt U de Cue-toets even vast.
9.
Loop-functie
.
Bepaal een Cuepunt (zie 8). Wanneer U dan in de Play-stand op de Loop-toets drukt (eindpunt) zal de
speler alleen het deel tussen het Cuepunt en het eindpunt (loop) afspelen.
Opmerking : Als U in de “Loop” het Cuepunt wilt veranderen drukt U eerst op de Pauze-toets en
vervolgens op de Cue-toets. Het eindpunt blijft dan wel bestaan. De “Loop” wordt dan korter.
10.
Time/Outro-toets.
M.b.v. deze toets kunt U de tijdindicatie aflezen aangaande de verstreken- en de resttijd van iedere track
en de resttijd van de Cd. Tevens schakelt deze toets de Outro-functie aan en uit, de speler speelt dan
alleen de laatste 30 seconden van iedere track. Deze functie wordt in de display aangegeven.
11.
Pitch-toets
.
Wanneer deze toets is ingedrukt (pitch-led brandt) kunt U m.b.v. de fader de snelheid regelen /-
16%. In de uit-stand kunt U m.b.v. de fader de te verwachten snelheid regelen en uitlezen op de display
zonder dat de actuele snelheid verandert.
12.
Pitch-bend –toetsen
.
Deze toetsen stellen U in staat om de basbeats te veranderen .Het aantal beats zullen sneller/langzamer
worden bij het drukken op de +/- toets , terwijl bij het loslaten van de toetsen de snelheid in z’n
originele tempo terugkeert (0%).
13.
Cont./single –toets.
M.b.v. deze toets zijn 4 standen te selecteren, n.l. Single/continue/single relay/continue relay.
Wanneer deze toets gedrukt wordt zullen de standen in de display worden weergegeven.
(In de relay standen gaat de indicator knipperen )
In de single-stand (zie display) zal de speler na iedere track automatisch in de pauze-stand komen,
terwijl in de continuous-stand alle tracks normaal worden afgespeeld.
In de Single relay stand wordt een track van Unit 1 afgespeeld om daarna in de Pauze stand te
gaan. Op het zelfde moment gaat nu Unit 2 automatisch spelen om aan het eind van de track ook
in de pauze stand te gaan. Nu begint Unit 1 automatisch met de volgende track te spelen enz..
In de Continue relay stand wordt een complete CD afgespeeld van Unit 1 om daarna automatisch
met het afspelen van Unit 2 te beginnen.
OPMERKING : Continue relay werkt alleen wanneer één unit in de Play stand staat en de
andere in de Stop stand.