39
Roosteren
De toastgraad hangt sterk af van de soort, de versheid en de samenstelling van het gebruikte
brood. Een verhoogd eiwit- en suikergehalte, bijv. calcium leidt bij voorbeeld tot een sterkere
toastgraad terwijl vetten en bewaarstoffen de toastgraad reduceren. Eerst moet u naargelang van
de persoonlijke smaak en het brood beginnen met een lage toastgraad en trapsgewijs het niveau
verhogen tot een toastgraad is bereikt die u optimaal vindt.
oPGELEt!
❐
Verbrandingsgevaar! De behuziing van de broodrooster wordt heet tijdens het gebruik! Raak
het apparaat alleen aan de daarvoor voorziene grepen en toetsen aan!
❐
Wees er zeker van voor het gebruik van de broodrooster dat de kruimellade volledig in het
apparaat is geschoven.
❐
Plaats nooit het broodjesaccessoire op het apparaat als u brood in de toastsleuven roostert.
U kunt zich verbranden als u het brood eruit neemt.
❐
Bij gebruikelijk toastbrood van tarwe of dikke snedes kan het brood zwart worden en rook
worden gevormd als een te hoog roosterniveau is ingesteld. Onderbreek in dit geval meteen
het roosteren met de STOPP (stop)-toets.
1. Plaats het broodrooster op een droog en hittebestendig, effen oppervlak, voldoende ver van
brandbare voorwerpen. Zorg ervoor dat de broodrooster onbereikbaar is voor kinderen
en dieren.
2. Steek de stekker in een reglementair geïnstalleerd en geaard stopcontact van 230 V met
aardingscontact.
3. Leg telkens een snede brood in de toastsleuven. Gebruik hiervoor geen te dikke sneden. Het
brood mag niet zijn ingeklemd.
4. Stel met de draait de knop de gewenste toastgraad in tussen niveau 1 (licht roosteren; zeer
lichte toastgraad) en niveau 7 (sterk roosteren; hoge toastgraad).
Bij langer aanhoudend gebruik van het apparaat worden de later ingelegde sneetjes bij
dezelfde toastgraad donkerder dan de eerste sneetjes.
5. Duw de neerlaathendel omlaag tot deze vast klikt. Let op: De neerlaathendel klikt slechts
vast als het apparaat is aangesloten op het stopcontact.
Het brood wordt neergelaten en het apparaat wordt ingeschakeld. Tijdens het roosteren
brandt het werkingslicht.
6. Kies indien nodig de functies ‘Ontdooien’ of ‘Opwarmen’ (zie hoofdstukken “Bevroren
brood roosteren” en “Brood opwarmen”).
7. Na het roosteren worden het brood en ook de neerlaathendel automatisch opgetild en
het apparaat wordt uitgeschakeld. Het werkingslicht gaat uit. U kunt het roosteren steeds
manueel onderbreken als u drukt op de STOPP (stop)-toets.
8. Verwijder het brood voorzichtig uit de toastsleuf.
08398_DE-GB-FR-NL_V0.indb 39
28.03.2013 10:28:44