SmartBox
®
4 / SmartBox
®
4 PRO
20 / 32
artikelnr. 28 400 59 b
Menu-stap
Instelling
Beschrijving
19.Exit
[Enter] Terug naar de indicatie-modus
20.LCD-
Display
Contr 24
Contrast van het LCD-display instellen
21.Geräte-
Info
(apparaatinfo)
Softwareversie:
V6.00 (bijv.)
Serienummer:
Tank 1: SN=1234 (bijv.)
Gain:
X0=4,05 mA B=1268
22.Test
Strom
(test stroom)
Test-/controlefunctie van de actuele mA-waarde
van de
sonde
:
ADC: 7400=11.40 mA
Bij niet ondergedompelde
peilsonde
moet de
waarde rond de 4 mA liggen. Tolerantiebereik is
3,7 ... 4,3 mA.
23.Test
relais
SmartBox 4
Op de relaiscontacten aangesloten apparaten
worden eveneens in- of uitgeschakeld!
•
Aangesloten apparaten kunnen beschadigd worden (droogloop).
•
Bedrijfsmedia kunnen ontsnappen.
Vóór Test relais de klemmen van aangesloten apparaten afkoppelen.
Pas
na
de
Test relais
de klemmen van de apparaten weer
aankoppelen.
Rel1 Ein / Aus
Testfunctie voor het controleren van de relais.
24.Reset
zurück
(ESC)
Verlaten van de functie zonder deze uit te
voeren.
Neustart
(Reset)
Initialisering. De software start opnieuw op,
waarbij alle instellingen behouden blijven.
Werkseinstellung
(Defaults)
Volledige reset van alle parameters naar de
oorspronkelijke toestand af fabriek.
26.Exit
[Enter] Terug naar de indicatie-modus
SmartBox
®
4: Andere indicatoren activeren (met toewijzing van de tanknummers)
Nummeren van de tanks:
De inhoudsindicator SmartBox
®
4 heeft altijd tanknummer 1.
Wanneer verdere inhoudsindicatoren SmartBox
®
1, 2 of 3 (indicatorapparaat) worden
aangesloten“SERIAL LINK INPUT“ (klemmen 3 + 4), dan moeten de tanknummers
gedefinieerd worden toegewezen. Dit geschiedt eenvoudig door de volgorde, waarin de
indicatoren zich voor het eerst melden.
•
Eerst voor tanknummer 2 de indicator 2 activeren (netspanning inschakelen), vervolgens
indicator 3, enz.
Voorbeeld: Tank 2 activeren
•
Nadat de indicator is aangesloten (van Tank 2), zoals beschreven onder Elektrische
Installatie - Aansluiting interface naar SmartBox
®
1, SmartBox
®
2 of SmartBox
®
3, de
indicator van deze tank aanzetten (netspanning inschakelen).
De indicator SmartBox
®
4 laat dan afwisselend „Tank1:“ - „xx.xxxL“ – „Tank2:“ – „yy.yyyL“
zien (afhankelijk van de selectie / aanpassing van het menu 14.Toon tanks). Voor de andere
indicatoren moet - na elkaar - dezelfde procedure worden gevolgd.
De volgorde van de weergegeven tanks kan later worden gewijzigd in menu stap
16.Sort. Tanks
SmartBox 4
.