GOK GS Pro-Fi 3, Сборка и руководство по эксплуатации

Страница: 72 / 96

Stookoliefilter-ontluchtercombinatie type GS Pro-FI
®
3
Functiestoringen door restanten!
De juiste werking is niet
gegarandeerd.
Voer een zichtcontrole uit op eventuele metalen spaanders of overige restanten in de
aansluitingen!
Metalen spanen of overige restanten absoluut verwijderen door deze weg te blazen!
De montage moet eventueel worden uitgevoerd met geschikt
gereedschap. Bij schroefverbindingen moet altijd met een tweede sleutel aan het aansluitstuk
tegengehouden worden.
Gebruik geen ongeschikt gereedschap zoals bijv. tangen!
Optionele montage metalen filterkop PS 16 bar in plaats van kunststof filterkop
• Spanring losmaken door naar links te draaien, filterkop vasthouden en afnemen
• O-ring niet beschadigen, eventueel vervangen (nieuwe O-ring invetten!)
• Metalen filterkop en O-ring plaatsen en middels spanring met de hand rechtsom
aandraaien
• Controle op dichtheid uitvoeren!
CONTROLE OP DICHTHEID
Installatie op onberispelijke toestand controleren:
• voor de eerste inbedrijfstelling,
• na wezenlijke veranderingen,
• na reparatiewerkzaamheden,
• na een bedrijfsonderbreking van meer dan een jaar.
Vóór inbedrijfstelling is een controle op dichtheid van de olieinstallatie met GS Pro-Fi 3
®
inclusief de aansluitingen noodzakelijk. Deze kan plaatsvinden in het kader van de controle
op dichtheid conform TRÖI en werkblad DWA-A 791 en de functietest van de olieinstallatie.
Bij eventuele lekkages moeten deze worden verholpen, bijv. herhaling van de montage van
de aansluitingen met gebruik van nieuwe dichtringen, aantrekken van de schroefkoppelingen.
Aanwijzing onder ONDERHOUD in acht nemen!
AANWIJZING CONTROLE OP DICHTHEID
Wij raden aan om de onderdruktestinrichting voor olieinstallaties conform TRÖI
type UPE-300 best.nr. 13 602 00 voor de controle op dichtheid te gebruiken.
AANWIJZING
Uitgebreide informatie over de controle op dichtheid conform TRÖI en
werkblad DWA-A 791 vindt u op internet.
De duur van de test conform TRÖI hoofdstuk
4.10.4.2. "Controle op dichtheid met
onderdruk" bedraagt:
• 10 minuten plus aanpassingstijd voor de
temperatuur.
De olieleiding geldt als dicht, als de
drukstijging binnen de aangegeven testtijd
met niet meer dan 30 mbar stijgt. Wordt niet
voldaan aan deze eis, dan moet de lekkage
met geringe overdruk en schuimvormend
middel worden opgespoord en moet de fout
worden verholpen. Daarna moet de
olieinstallatie opnieuw worden getest.
8 / 16 Apparaat nr. 13 512 58