10
ATS 1290 Point ID DI
I
NLEIDING
De ATS1290 Point ID DI is een interface tussen de ATS
systeemdatabus en een Point ID databus (eigen Point
ID protocol van GE). De ATS1290 Point ID DI biedt
tweedraadscommunicatie in twee richtingen met maximaal
32 afzonderlijk geadresseerde Point ID-modules. De
ATS1290 Point ID DI wordt aan de systeemdatabus
toegevoegd om een bestaande configuratie van ATS-
producten uit te breiden met adresseerbare modules.
Er kunnen maximaal 15 ATS1290 Point ID DI’s op de
systeemdatabus worden aangesloten.
M
ONTAGE VAN DE UNIT
Monteer de printplaat van de ATS1290 Point ID DI in een
behuizing van de Advisor Master-reeks waarin het BB-
formaat past.
A
ANSLUITINGEN
CON1 (
ZIE
F
IG
1,
EN
)
COMMS
12 VDC voedingsspanning Het verdient
aanbeveling een afzonderlijke voeding te gebruiken
bij een afstand van meer dan 100 meter tussen een
ATS1290 Point ID DI en de dichtstbijzijnde andere
module op de systeembus.
COMMS
Positieve en negatieve data aansluiting van de
systeemdatabus. Modules kunnen maximaal
1,5 km verwijderd zijn van het ATS-controlepaneel,
afhankelijk van het gebruikte type kabel. Raadpleeg
de installatiehandleiding van het ATS-
controlepaneel voor meer informatie.
TAMP
De sabotageschakelaar op de printplaat is parallel
aangesloten op de externe sabotageaansluiting.
Opmerking: Afhankelijk van het gebruikte
type behuizing kunt u de sabotageschakelaar
van de printplaat gebruiken of een externe
sabotageschakelaar aansluiten.
CON10 (
ZIE
F
IG
1,
)
Hierop kunt u de afscherming van de ATS COMMS-kabel
aansluiten. De ATS COMMS-kabel mag maar één zijde
geaard worden. Raadpleeg de installatiehandleiding van het
ATS-controlepaneel voor meer informatie. Dit is niet van
toepassing op eventuele afscherming van de Point ID-bus.
DI DIP S
WITCH
-I
NSTELLINGEN
(
ZIE
F
IG
1,
EN
F
IG
2)
ADDR
DIP-switches 1-4 worden gebruikt voor het
adresseren van het DI-nummer. Stel het gewenste DI-
nummer met de DIP-switches in zoals aangegeven in
figuur 2.
LED’
S
(
ZIE
F
IG
1,
)
RX
Deze LED knippert om aan te geven dat er
pollgegevens ontvangen worden op de systeemdatabus
van het Advisor Master-controlepaneel. Als de LED niet
knippert, dan is het controlepaneel niet in bedrijf of de
databus voldoet niet aan de specificaties (meestal een
bekabelingsfout).
TX
Deze LED knippert om aan te geven dat de
DI antwoord op het pollen vanuit het Advisor Master-
controlepaneel. Indien de RX-LED knippert, maar de
TX-LED niet, is de DI niet geprogrammeerd op het
controlepaneel voor pollen, of onjuist geadresseerd.
P
OINT
-ID-
MODULES INSTALLEREN
A
ANSLUITINGEN
CON2 (
ZIE
F
IG
1,
EN
F
IG
3)
PID
Aansluiting voor alle Point-ID-modules. Er
moet een + en een - aansluiting worden verbonden.
Deze bekabeling wordt zowel voor voeding als voor
dataverkeer gebruikt.
Modules hebben twee Point ID busaansluitingen (zie
)
of één (zie
en
). De Point ID bus hoeft niet speciaal
afgesloten te worden.
K
ABELTOPOLOGIE
P
OINT
ID – BUS (
ZIE
F
IG
4
)
In principe is de bustopologie vrij.
In figuur 4 worden diverse topologieën geïllustreerd:
•
Gebundeld
(alle Point ID-modules in ster aangesloten
aan het eind van de Point ID bus)
•
Gespreid
(alle Point ID-modules verdeeld over de
Point ID bus)
•
Ster
(alle Point ID modules afzonderlijk verbonden
met een ATS1290 Point ID DI)
•
Externe
DI
(ATS1290 Point ID DI opgenomen en
gevoed door de systeemdatabus)
In de praktijk
wordt
meestal een combinatie van deze
topologieën gebruikt.
Kabeltypen
:
WN108
, niet-afgeschermde 8-aderige kabel
WS108
, afgeschermde 8-aderige kabel + afscherming
WCAT54
: 4 paren van FTP categorie 5 kabel
Deze kabeltypen hebben allemaal een kern met een
specificatie van AWG24, de diameter is 0,52 mm en
de oppervlakte is 0,22 mm².
De voorkeur gaat uit naar een WCAT54-kabel, gevolgd door
de WN108 en ten slotte de WS108. Gebruik in principe een
kabeltype met een zo laag mogelijke Ohmse-weerstand en
elektrische capaciteit.
Indien voor de Point ID-bus een afgeschermd kabeltype
wordt gebruikt, mag deze afscherming niet via de Point ID
DI geaard worden. Het aansluiten van de afscherming zal
de capaciteit vergroten.
In de onderstaande tabellen vindt u de maximale kabellengte
in meters voor de verschillende kabeltypen. Er is rekening
gehouden met het aantal modules en de belasting van
de modules. Raadpleeg de handleiding van de module
voor de aansluitfactor. Een aansluitfactor van 1 eenheid
correspondeert met een stroom van 300uA.
Opmerking
: De minimale werkspanning van de Point ID-bus
is 9,5 VDC (gemeten op CON1 + en - van de ATS1290 Point
ID DI). Dit is 1 VDC lager dan de spanning van een bijna
lege accu (10,5 VDC).
9,5 VDC is de minimale spanning in de volgende
omstandigheden:
1. Alle Point ID-modules gevoed via de Point ID-bus
(normale situatie)
2. Point ID-module extern gevoed (Retrofit)
1. Point ID-modules gevoed via de Point ID-bus
Voeg vier aders samen voor PID+ en vier voor PID-.
Gebundeld en gespreid (afstand X)
Aantal
modules
Aansluitfa
ctor
WN 108
WS 108
WCAT54
D+
D-
+
-
Ti
Tc
Содержание ATS1290
Страница 24: ......
