GBD AS05550, Инструкция по установке

Страница: 152 / 178

BA230
152
NL
VEREENVOUDIGDE PROGRAMMERING
Breng alle aansluitingen tot stand (bedraad de motoren met kabel van 1,5 mm²).
Voer de installateurcode in en bepaal het gewenste type werking in menu A2/A3.
Bepaal het aantal gebruikte motoren. Menu A4/A5.
Bepaal de werkingslogica. Menu A6/A7/A8/A9.
Ga naar menu C21, activeer de automatische programmering van de tijden door «Y» te selecteren en druk
op «START» (toets +) (zie pagina 20 “Leerprocedure tijden”).
Ga naar menu C6 voor de programmering van de vertragingen.
Alle tijdparameters kunnen in de hiervoor bestemde menu's geregeld worden.
De programmering wordt afgesloten door op de toets «ESC» te drukken.
Controleer of de door de operatoren uitgeoefende kracht voldoende of overmatig is en stel eventueel af
door naar menu F terug te keren.
Ga naar menu C5 voor de keuze van het aantal eindschakelaars. Als er stoppunten zijn, wordt geadviseerd
slechts één eindschakelaar te programmeren.
1-
2-
3-
4-
5-
6-
7-
8-
9-
10-
Gi.Bi.Di. adviseert om de kunststof componenten te recyclen en de elektronische
componenten af te voeren naar erkende inzamelpunten, om te voorkomen dat het milieu
verontreinigd wordt door vervuilende stoffen.
VERWERKING BA230
• Parameters type E:
E2
E1 Y FOTOCEL 1 GEACTIVEERD
Y
FOTOCEL 2 GEACTIVEERD
E3 Y SAFETY DEVICE (VEILIGHEIDSSTRIP ) GEACTIVEERD
Alvorens de apparatuur spanning te verschaffen, moeten de volgende controles worden uitgevoerd:
1- Controleer de elektrische aansluitingen: een foutieve aansluiting kan zowel schadelijk voor de apparatuur als
voor de bediener zijn.
2- Controleer de correcte positie van de eindschakelaars.
DE INRICHTING VOEDEN
3- Controleer of de rode leds van de rustcontacten branden en de groene leds van de arbeidscontacten uit zijn.
4- Controleer of de aanduiding SAF niet aanwezig is op het LCD (veiligheidsstrip geactiveerd of defect).
5- Controleer, wanneer gebruikte eindschakelaars worden bediend, of de betreffende leds uit gaan.
6- Controleer, wanneer men door de straal van de fotocellen loopt, of de betreffende led uit gaat.
7- Controleer, wanneer de veiligheidsvoorzieningen ingrijpen, of de betreffende led uit gaat.
8- Controleer of de motoren geblokkeerd en klaar voor werking zijn in de positie van HEK VOLLEDIG
GESLOTEN.
9- Verwijder eventuele obstakels in het werkingsbereik van het hek en geef vervolgens een startcommando. Bij
het eerste commando start de apparatuur een openingsfase. Controleer of de bewegingsrichting van het hek
correct is. Verwissel in tegengesteld geval de draden in de klemmen M1 en/of M2.
EINDCONTROLES EN KEURING