![Ferroli NEW SMILE PC10 Скачать руководство пользователя страница 108](http://html1.mh-extra.com/html/ferroli/new-smile-pc10/new-smile-pc10_installation-manual_2281822108.webp)
TOEVOEGEN VAN KOELMIDDEL
Wanneer de lengte van de leidingen de limietwaarde, aangegeven in de tabellen uit het gedeelte “
LIMIETEN VOOR
LENGTE EN NIVEAUVERSCHIL VAN DE KOELLEIDINGEN
”, overschrijdt, is het nodig om koelmiddel toe te voegen.
De hoeveelheid is afhankelijk van het verschil tussen de standaardlijn en de effectieve lijn en van de diameter van de
lijnen. In bovenvermelde tabellen vindt u ook aanwijzingen met betrekking tot de hoeveelheid koelmiddel die moet wor-
den toegevoegd. Voor deze fase als volgt te werk gaan:
• Met behulp van een slang de vulcilinder (
of de op een elektronische weegschaal geplaatste fles
) aansluiten op
de serviceaansluiting op de zuigklep (
de grootsten
).
• Het apparaat inschakelen in koelmodus en de verbindingskraan geleidelijk aan opendraaien (
er wordt koelmiddel
rechtstreeks in de compressor gespoten
).
• Nadat u de juiste hoeveelheid koelmiddel heeft toegevoegd, de verbindingskraan sluiten.
• De verbindingsslang tussen het vacuümstation en de servicedrukaansluiting van de kraan verwijderen.
De serviceaansluiting afsluiten met de hiervoor bestemde dop.
INSTALLATIE VAN HET APPARAAT
20
Afb. 1
Afb. 2
VACUÜMFASE (VERPLICHT)
Lucht en vocht in het koelcircuit hebben ongewenste effecten op
de werking van de eenheid, zoals:
• Verhoging van de druk.
• Vermindering van het rendement van het apparaat.
• Mogelijke vorming van ijs op de capillairbuis en blokkering
hiervan.
• Corrosie in het circuit.
Het is daarom noodzakelijk om de verbindingsleidingen en het
binnenelement vacuüm te maken. Voor deze fase als volgt te
werk gaan:
• De eerder beschreven vulbuis aansluiten op de vacuümpomp.
• De betreffende knop op de manometergroep openen om de
pomp in verbinding te stellen met het koelcircuit.
• Lang genoeg wachten tot het door de manometer gemeten
drukniveau rond een waarde van
3 mm Hg
(400 Pa) ligt.
• Zo gauw de voorziene vacuümwaarde bereikt is, de verbin-
dingskraan sluiten en de vacuümpomp stoppen.
VOLTOOIEN VAN DE INSTALLATIE
• De kranen met behulp van een inbussleutel (
1-Afb.2
) volledig
openen door tegen de klok in te draaien, tot u de stop bereikt.
Niet verder forceren, om de afdichtkleppen niet te beschadi-
gen.
• De doppen van de kleppen (
2-Afb.2
) bevestigen.
• De verbindingsslang tussen het vacuümstation en de service-
drukaansluiting van de kraan verwijderen. De serviceaanslui-
ting afsluiten met de hiervoor bestemde dop.
• Wanneer u de afdichtingstest met stikstof niet heeft uitge-
voerd, wordt aanbevolen de afdichting van de lijnen te contro-
leren met behulp van een lekdetector.