27.06.2017
VEK M1H_DE_GB_FR_NL_IT_ES_CE_FAAC_1.docx
10
|
19
Copyright 2017 by
FEIG ELECTRONIC GmbH
NLD
FEIG ELECTRONIC GmbH Lange Straße 4 D-35781
Weilburg/Lahn
Bedieningshandleiding
VEK M1H
1-kanaal voertuigdetector
voor montage op omegaprofiel
22,5
m
m
79
,0
m
m
90
,0
mm
Vóór het gebruik van de voertuigdetector deze bedienings-
handleiding en veiligheidsaanwijzingen aandachtig lezen!
1 Algemeen
Toepassingsbereik:
Slagboomsturingen
Deur- en heksturingen
Parkeer- en verkeerstechniek
Eigenschappen:
De inductielusdetector VEK M1H is een systeem voor inductieve
herkenning van voertuigen met volgende eigenschappen:
galvanische scheiding tussen lus en detectortechniek
automatische kalibrering van het systeem na inschakeling
continue balanceren van frequentiedrift
geschikt voor bewaking van één parkeerplaats
gevoeligheid onafhankelijk van de lus-inductie
aanwezigheidsmelding met LED
potentiaalvrije relaiscontacten voor aanwezigheid of puls uitgang
pulsuitgang bij het verlaten van de lus
LED signalisatie van de lusfrequentie
lusaansluiting inplugbaar voor diagnose
Gebruik voor het plannen en installeren van de inductielus ons
handboek "Detectie van voertuigen met inductielusdetecor".
2 Instelmogelijkheden
2.1 Gevoeligheid
Met de gevoeligheidsinstelling wordt bepaald welke
frequentieverandering een voertuig moet produceren alvorens de
uitgang geactiveerd wordt. De gevoeligheid kan met beide bovenste
DIP-schakelaars
in 4 stappen ingesteld worden.
Gevoeligheid DIP-schakelaar
s
1 laag
(0,64%
f/f)
2 (0,16%
f/f)
3 (0,04%
f/f)
4 hoog
(0,01%
f/f)
2.2 Houdtijd
en
reset
De houdtijd kan met
DIP-schakelaar ‚h’
ingesteld worden.
Na verstrijken van deze tijd wordt de lus als „vrij“ gesignaleerd en wordt
de lus opnieuw gekalibreerd. De houdtijd wordt gestart bij betreden van
de lus.
Houdtijd DIP-schakelaar
h
5 minuten
oneindig
De detector voert bij het inschakelen van de voedingsspanning
automatisch een kalibrering van de lusfrequentie uit. Bij kort-stondige
spanningsuitval <0,1s wordt er geen kalibrering uitgevoerd.
Een reset met kalibrering kan ook manueel bekomen worden door de
instelling van de houdtijd te veranderen.
2.3
Werkingsprincipe van het aanwezigheidsrelais
De detector heeft twee potentiaalvrije relais, één voor de
aanwezigheidsuitgang en één voor de pulsuitgang. Het
werkingsprincipe van het relais voor de aanwezigheidsuitgang kan
ingesteld worden met
DIP-schakelaar ‘r’
.
Werkingsprincipe
aanwezigheidsrelais
DIP-schakelaar r
relaisspoel trekt aan bij signaal,
contact wordt geopend
relaisspoel valt af bij signaal,
contact wordt gesloten
2.4 Frequentie
instelling
De werkingsfrequentie van de detector kan met de 3-polige plug op het
front in 2 stappen ingesteld worden. Het toegelaten frequentie-bereik
ligt tussen 30kHz en 130kHz. De frequentie is afhankelijk van de lus-
inductie (bepaald door lus-geometrie, aantal lussen en toevoerleiding).
Boven
= hoge frequentie
Onder
= lage frequentie
3
Uitgangen en LED display
3.1
Contacttoestand van het relais
De volgende tabel toont de positie van de relaiscontacten afhankelijk
van de detector toestand.
Detectortoestand
Aanwezigheidsrelais
Pulsrelais
lus vrij
dicht
open
open
lus bezet
open
dicht
open
lus komt vrij
dicht
open
puls 200ms
lus storing
open
dicht
open
spanning uit
dicht
dicht
open
Bij lusstoring controleert de detector regelmatig de lustoestand en
functioneert terug normaal als de lusstoring hersteld is.
3.2 LED
display
De groene LED licht op indien de detector klaar is voor gebruik. De
rode LED is afhankelijk van de lus bezetting en toont de toestand van
het relais uitgang.
LED
groen
lus-
controle
LED
rood
lus-
toestand
Detectortoestand
uit uit
voedingsspanning
ontbreekt
knippert
uit
kalibrering of frequentie uitgang
aan
uit
detector klaar, lus vrij
aan
aan
detector klaar, lus bezet
uit aan
lusstoring