35
NEDERL
ANDS
PLAATSING
De minimale afstand tussen het hoogste deel van de kookplaat en het laagste deel
van de afzuigkap is aangegeven in de montage-instructies.
Normaal is deze afstand minstens 65 cm als de afzuigkap boven een gastoestel wordt ge-
plaatst. Op basis van een interpretatie van de norm EN60335-2-31 van 11-07-2002 door de
TC61 (subclause 7.12.1 meeting 15 agenda item 10.11), kan de minimale afstand tussen het
kookvlak en het onderste deel van de afzuigkap echter tot de aangegeven waarde worden
beperkt.
Indien de instructies van het gasfornuis een grotere afstand aangeven, dan dient u hiermee
rekening te houden.
De kap niet installeren in openlucht of op plaatsen waar die aan weersinvloeden (regen,
wind, enz.) is blootgesteld.
ELEKTRISCHE AANSLUITING
(Uitsluitend voorbehouden aan personeel, gekwaliiceerd voor de aansluiting)
Ontkoppel de afzuigkap van het elektriciteitsnet voordat u handelingen
gaat uitvoeren.
Zorg ervoor dat de draden in de kap niet worden afgesloten of doorgesne-
den:
anders contact opnemen met het dichtst bijzijnde servicebedrijf.
Wendt u tot gekwaliiceerd personeel om de elektrische aansluiting te laten uitvoe-
ren.
De aansluiting dient plaats te vinden in overeenstemming met de wettelijke voor-
schriften die van kracht zijn.
Voordat de afzuigkap op het elektriciteitsnet wordt aangesloten, moet u controleren of:
• de netspanning overeenstemt met de spanning, vermeld op het etiket in de afzuigkap;
• de elektrische installatie voldoet aan de normen en de belasting kan verdragen (raad
-
pleeg het plaatje met technische kenmerken in de kap);
• de voedingsstekker en -kabel niet in contact komen met temperaturen die hoger liggen
dan 70 °C;
• de voedingsinstallatie is uitgerust met een eiciënte, correcte aarde-aansluiting, in over
-
eenstemming met de geldende normen;
• het gebruikte stopcontact gemakkelijk bereikbaar is als de afzuigkap is geïnstalleerd.
In geval van:
• toestellen met kabel zonder stekker: een "genormaliseerde" stekker gebruiken. De dra
-
den moeten als volgt aangesloten worden: geel-groen voor de aarde, blauw voor neu-
traal en bruin voor de fase. De stekker dient op een passend stopcontact aangesloten te
worden.
• afzuigkappen niet voorzien van een voedingskabel en stekker waarmee ze van het
stroomnet afgesloten kunnen worden, met een openingsafstand tussen de contacten
die in de omstandigheden van overspanningscategorie III een volledige uitschakeling
mogelijk maakt.
Deze afsluitingsapparatuur moet voorzien worden op het voedingsnet, in overeenstem-
ming met de installatienormen.
De geelgroene aardkabel mag niet door de schakelaar worden onderbroken.
De fabrikant wijst alle verantwoordelijkheid af indien de veiligheidsnormen niet worden
nageleefd.
ROOKAFVOER
KAP MET AFVOER NAAR BUITEN (ZUIGKAP)
In deze versie wordt de rook en damp via een afvoerbuis naar buiten
afgevoerd.
Hiervoor moet de uitlaatitting van de kap via een buis met een externe
uitgang aangesloten worden.
De uitlaatbuis moet voorzien zijn van het volgende:
• een diameter die niet kleiner mag zijn dan die van de uitblaas van de motor
• een lichte helling naar beneden (val) om te vermijden dat de condens naar de motor
terugvloeit.
• zo weinig mogelijk bochten gebruiken.
• Een zo mogelijk minimum lengte kanaal noodzakelijk om trillingen te vermijden en te
voorkomen dat het afzuigvermogen vermindert
Als de leiding door koude omgevingen gaat, moet ze geïsoleerd worden.
Bij motoren van 800m
3
/h of meer is een terugslagklep aanwezig om terugstroming van
de lucht te vermijden.
Deviatie voor Duitsland:
wanneer toestellen gevoed met andere energie dan elektriciteit gelijktijdig met de dampkap in
werking zijn, mag de negatieve druk in de kamer niet meer dan 4 Pa (4 x 10-5 bar) bedragen.
MONTAGE-INSTRUCTIES
dit deel is uitsluitend voorbehouden aan bevoegd personeel
De kap kan in verschillende coniguraties geïnstalleerd worden.
De algemene punten gelden voor elke coniguratie. Volg echter de punten
die overeenstemmen met de gewenste installatie.
WERKING
WANNEER MOET DE KAP INGESCHAKELD WORDEN?
Zet de kap minstens een minuut voordat u gaat koken aan daar dit een luchtstroom bevor-
dert om de dampen naar het zuigoppervlak te leiden.
Op het einde van de bereidingen moet u de kap in werking laten tot alle dampen en geuren
volledig zijn weggezogen: via de timer kunt u eventueel de uitschakeling van de kap instel-
len zodat ze na 15 minuten automatisch uitgaat.
WELKE SNELHEID MOET U KIEZEN?
I snelheid:
houdt met laag energieverbruik de lucht zuiver.
II snelheid:
bij normale gebruiksomstandigheden.
III snelheid:
bij aanwezigheid van een sterke geur en veel damp.
IV snelheid:
voor een snelle verwijdering van geuren en dampen.
WANNEER MOET U DE FILTERS WASSEN OF VERVANGEN?
De metalen ilters moten om de 30 uren gereinigd worden.
Voor verdere details kunt u het hoofdstuk “
ONDERHOUD
” raadplegen.
ELEKTRONISCH KNOPPENBORD
Motor ON/OFF
Bij de inschakeling start de kap op de snelheid die bij de vorige uitschakeling
werd vastgelegd.
Snelheidstoename van 1 tot 4
De snelheid 4 is uitsluitend voor een
paar minuten actief.
De snelheden worden door de led op
de toetsen gesignaleerd:
Snelheid 1
Snelheid 2
Snelheid 3
Snelheid 4
(led "+" knipperlicht)
Snelheidsafname van 4 tot 1
Inschakeling/uitschakeling licht
TIMER
(
knipperende rode Led)
Automatische uitschakeling na 15 min.
De functie wordt gedeactiveerd (rode led uit) als:
- nogmaals op de TIMER toets wordt gedrukt
.
- op de ON/OFF toets wordt gedrukt
.
FILTERALARM
(vaste rode Led)
Onderhoud vetilters na ongeveer 30 bedrijfsuren.
Druk 3 seconden om de uurteller te resetten.
Содержание gruppo incasso Pro
Страница 26: ...26 2 13 8 1 5...
Страница 28: ...28 15 30 3 5 433 92 15 2 1 3 2 2 10 5 2...
Страница 29: ...29 15 Magic Steel 1 12V 3 1 2 15 3 2 1 RAEE RAEE...
Страница 58: ...NOTE NOTES...
Страница 59: ...NOTE NOTES...