NL 10
Beschrijvingen van de functies
Grill + ventilator
De warmte die door het bovenste verwarmingselement wordt gegenereerd,
wordt door de ventilator verspreid. Deze functie kan worden gebruikt voor
het grillen van vlees, vis, gevogelte en groenten. U hoeft het voedsel niet
om te draaien en het krijgt een knapperige textuur.
• Voor het grillen wordt het grillrooster doorgaans op niveau 4 geplaatst,
en de bakplaat op niveau 2.
• Temperatuurstand: 50 - 250 °C
• Houd het bereidingsproces steeds in de gaten. Door de hoge
temperatuur kan het vlees snel aanbranden.
• Verwarm de oven 5 minuten voor.
Grote grill
Het gerecht wordt verwarmd door het bovenelement en het
grillelement. Deze instelling wordt gebruikt voor schotels en gebakken
gerechten die bruining nodig hebben.
• Plaats voor het grillen het ovenrooster op het vierde inschuifniveau en
de bakplaat op het tweede inschuifniveau.
• Temperatuurinstelling: 50 - 250 °C
GEBRUIK